Als ik de fietsen ga pakken vanochtend zie ik dat het zwaar bewolkt is en een pittige wind. Wel precies zoals voorspeld, maar je hoopt dat het net als gisteren mee zal vallen… Nog een tegenvaller, mijn voorband staat plat. Dus eerst nog even een nieuwe binnenband plaatsen. “Beter voor de start dan onderweg”, denk ik. Snel eten en aankleden.
Net voor vertrek kijk ik nog even op buienradar. Ik zie dat rond 11:00 uur een wolkenzone over Zaltbommel gaat komen, ik loopt nog snel even naar de kledingkast om voor de zekerheid mijn windstopper toch nog in mijn achterzakje te stoppen.
Bij het gemeentehuis aangekomen, zie ik dat we een behoorlijke opkomst hebben. En ik tel maar liefst 8 dames, die verdelen zich over de verschillende groepen, maar niet bij de Sport. Wij moeten het met 6 kerels doen vandaag. Martien heeft de Rivierentocht voorbereid, 122 km. heeft hij voorspeld, dat moet te doen zijn met deze sterke mannen die altijd goed aan elkaar gewaagd zijn. We weten ook dat er geen tussenstop gepland is: “onder de 125 kilometer stoppen we niet”, is de regel van Martien. Dus ik heb mijn tweede bidon water er opgezet in plaats van de EHBO bidon.
We rijden naar Geertruidenberg en Raamsdonksveer. Martien wil met de klok mee rijden dus moeten we eerst naar Gorinchem zien te komen. We nemen niet de kortste weg daarheen maar gaan over Dussen en dan over de dijk naar Almkerk, dat is een omweg van een paar kilometer, maar wel lekker dat we daar veel in de luwte kunnen rijden tussen huizen en bosschages. Goede keuze dus van onze wegkapitein. Na de brug bij Gorinchem rijden we door Gorinchem om op de dijk langs de Waal te gaan rijden. Flip vindt dat het verdacht gemakkelijk gaat hier. Dat klopt, we rijden met gemak 37-38 km/uur. Dat was niet de bedoeling! Vrijdag zag ik op mijn weer-app nog dat het noord-oosten wind zou zijn. Maar nu blijkt het meer noord-west. Dat wordt pittig op de weg terug.
We komen ondertussen het ene na het andere bord tegen dat de dijk afgesloten is maar je kunt ver kijken en we kunnen gewoon door. Net voor Haaften staat het bord echter behoorlijk midden op de weg. “Zouden we dan toch af moeten”? Een man in een auto wuift dat je gewoon rechtdoor kunt. Twan en Peter vinden dat hij er wel wat raar bij lacht… (die koekwousen trappen er in). En jawel hoor, ter hoogte van Haaften staat een kraan dwars over de weg en een stel bouwhekken. We kunnen er niet door en moeten terug en door Haaften. Martien ziet een weggetje omlaag en een hek dat open staat. We komen in het dorp en zoeken ons een weg naar een fietspad richting Waardenburg. In de verte ligt de bekende Martinus Nijhoff brug. Extra mooi omdat we er met wind in de rug op kunnen rijden. Dat gaat dus zonder problemen. Vanaf Zaltbommel dus wind schuin van voren. We rijden allemaal om beurten op kop dus we weten de snelheid nog redelijk op peil te houden. Gelukkig buigen we bij Brakel af richting Poederoijen en krijgen we de wind weer even wat gunstiger. Bij Poederoijen gaan we weer langs een rivier. Het begint iets natter te worden. Sommigen denken dat we daarom wel de kortste weg naar huis nemen; zo niet onze leider, we moeten rivieren volgen en de beloofde afstand halen. Dus we rijden nu richting Andel.
In het dorp is het druk. We komen een optocht van oldtimers tegen. We weten dat Flip valt voor dat soort auto’s, en als we de bocht omkomen en er staan auto’s stil op de weg, doet hij dat ook letterlijk. De eersten kunnen nog op tijd remmen maar Flip remt hard, raakt een achterwiel en gaat over de kop. Ik zie dat hij op zijn gezicht valt, eerst lijkt het nog mee te vallen maar dan blijkt dat zijn fietsbril een snee in zijn jukbeen gemaakt heeft. Hij begint te bloeden als een rund. “Heb je soms alcohol gedronken gisteravond?” vraag ik. “Nee hoor”, zegt Flip, “ik heb alleen wijn gedronken”. Okay, hij is nog scherp en de humor is er ook nog. Dan doen we allemaal maar mee. Flip ziet dat zijn bril kapot is en breekt hem dan maar doormidden en steekt hem in zijn achterzak: “Een opvouw fietsbril, nooit eerder gezien”.
Helaas heb ik dus mijn EHBO bidon niet bij me en een pleister is toch wel nodig, maar gelukkig komt er een mevrouw aanlopen die ziet dat er iets gebeurd is. “Ben je aangereden?”,“nee hoor, gewoon een gevalletje eigen onkunde” krijgt ze te horen van de “vrienden” van Flip. Zij haalt een paar pleisters en daarmee probeer ik de twee wonden een beetje dicht te plakken, en zijn oog en mond niet. Het gaat nog harder regenen dus er gaan jasjes aan en daar gaan we weer. Op naar Veen en dan langs de Heusdense brug aan de noordkant van de rivier terug richting Made.
Het is pittig. Met name Frans trekt er nog een paar keer goed aan. Flip slaat nu af en toe een beurtje over. Ik zie hem ook aan zijn schouder pakken. Die blijkt toch ook wat beurs te voelen.
Met precies 122 kilometer op de teller sturen we Flip rechtsaf naar hoofdzuster Nel zoals Twan haar later op de app noemt. Hij knapt door haar zorgen blijkbaar snel op, maar er wordt door deskundige Frans gesuggereerd dat een Joske eigenlijk het beste medicijn zal zijn. Dat laat de leverancier zich geen twee keer zeggen en binnen het uur zie ik een appje met een foto van Flip; er zijn twee Joskes bezorgd. Dan zal hij er volgende week weer wel bij zijn.
Als het mooi weer geweest was en Flip er niet voor schandaal uitgezien had, hadden we wellicht nog een bakkie gedaan, nu rijdt iedereen gelijk naar huis.
Dat is volgende week anders, want het is bijpraattocht, dus bespreken we een terras met koffie en gebak. Ook wordt er wat beter weer voorspeld, dus dan wordt het vast gezellig druk.
Ad
