Hadden we vorige week al het genoegen om weer samen te mogen fietsen en een terrasje te pakken, deze week kwam daar ook nog een mooi weer bij. Zonnetje en het gaat 20 graden worden. Lekker hoor, gewoon korte broek en korte mouwen, nog wel een extra zweetshirtje. Op het Raadhuisplein is het iets minder druk dan ik verwachtte, blijkbaar hebben mensen bij deze eerste mooie zondag toch ook wel andere prioriteiten (of hun partners 😉 ). Waar ik er zomers bij sta, heeft Erno blijkbaar een andere weer-app, hij is aangekleed zoals ik onder de 5 graden fiets.
Eerst lijkt het nog dat we als Tour en Sport wellicht best samen kunnen rijden, er zijn vandaag maar 4 mensen die altijd Sport rijden. Maar er komen steeds meer mensen bij dus besluiten we toch apart te rijden. Kevin kunnen we nog wel uitdagen om eens met ons mee te rijden en zo gaan we met vijven op pad. Richting Poederooijen zoals aangekondigd. Ik ga samen met Kevin op kop bij vertrek, dan kan ik de snelheid nog even bepalen waarmee ik zelf warm kan fietsen. Ik merk namelijk dat ik tegenwoordig niet meer de felle koude-start heb van vroeger. Na Raamdonksveer gepasseerd te hebben, gaat het tempo omhoog. We rijden allemaal onze kopbeurten en Kevin doet goed mee. Sterke spieren, want hij moet toch wel een paar kilo meer mee nemen dan ik. Hij doet me denken aan Piet Timmermans vroeger. Mooi stil op de fiets, zwaar verzet en malen. Een prima windscherm ook vindt John, zo’n tank voor je. Ik denk nog dat trainingsessies bij het Sporttheater maar een uurtje duren, dus dan zal zijn lichaam na die tijd wel denken “tijd om te stoppen”. Maar niks hoor, hij blijft heel de tocht gewoon “gaan”.
Thijs is natuurlijk de sterkste, hij is op zijn “goed-weer-fiets”, de witte Cannondale. Ik denk dat hij daarmee nog gemakkelijker rijdt, maar zelf zegt hij dat hij weinig verschil merkt met zijn oudere aluminium karretje, dat valt weer tegen, het ligt dus niet aan de fiets dat hij weer een stuk sterker is. Twan doet net als ik niet al te lange kopbeurten en bij het terugzakken na overnemen door Thijs of John hoor ik hem een paar keer zeggen “niet normaal”. Als ik achter hem rij, valt mij op dat hij met veel aandacht naar windmolens kijkt. “Een stelling-molen“, weet hij later te melden. John merkt op dat als hij een molen bezit nog niet moet denken dat hij verstand van molens heeft.
Onderweg rijden we weer heel wat groepjes en individuelen voorbij. Soms proberen ze aan te pikken, maar dat duurt maar even. Dat motiveert mij wel, het is dus niet gek dat ik wel goed mijn best moet doen.
Als wij de terugweg inzetten vanaf Giessen komen we de Tourclub tegen, die zijn minder ver dan ik dacht, maar ik hoor later thuis dat dat komt door lekke banden. Die blijven ons gelukkig bespaard.
Via Woudrichem gaat het richting Werkendam en dan door de polder weer naar het zuiden. Wind schuin van achteren, het kan nog wat harder, dit wordt een mooi gemiddelde. Net voor Hank komen we in druk verkeer. Wandelaars, fietsers, auto’s en rijtuigjes (volgens het liedje een week te laat, en ze rijden ook nog eens gruwelijk in de weg). In Hank schuiven we nog een groep voorbij, dan komt John met de mededeling dat we zijn verjaardag gaan vieren bij Fort Lunet. Goed voor hem dat we niet Tour en Sport gecombineerd hebben, of voor ons want dan had hij het wellicht niet voorgesteld. Op het binnenterras is het goed toeven uit de wind en in de zon, met koffie en een appelpunt. Jammer wel dat de koerssnelheid wat zal gaan zakken want bij het opdraaien van het terras staat gemiddeld 35,4 op de teller. Maar het fijne is dat we nu even bij kunnen praten, daar was het nog niet echt van gekomen. Een boel onzin komt voorbij, maar ook leven we mee met Jantje als Kevin ons bijpraat. Het herstel van de eerste chemo is zeker geen makkie voor onze fietsmaat. Wel goed nieuws dat de stamceldonor (Jan’s zus) helemaal okay bevonden is, dus zo gauw het kan, kunnen die herstelcellen er in om het herstel op te starten. Jan en wij willen hem weer in ons peloton. Na nog een tweede bakkie om de taart definitief weg te spoelen, stappen we weer op. Het is nu goed uitkijken op de fietspaden want de wat minder snelle (voornamelijk elektrisch) fietsers zijn nu ook massaal op stap. Met 91 km. op de teller parkeer ik mijn fiets achter het huis naast die van Anneke die er ook al is en het vermoeden had dat wij een terras gepakt hadden. Lekker gefietst, lekkere stop en lekker weer om in de tuin te zitten vanmiddag (en een verslagje te schrijven).
Groeten,
Ad van Wesel