Afgelopen week voorspelde iemand dat deze zondag weinig WTC’ers aan de start zouden staan omdat het nu echt vakantieseizoen is. Tour en Sport dan maar samen rijden…
Als ik met Anneke op het Raadhuisplein aankom, blijkt dat echt niet nodig. Er staan er zat. En qua Sportgroep; alle kleppers staan aan de start. Het is mooi weer met westenwind dus ik besluit maar eens naar het zuid-westen te rijden. Dit jaar eigenlijk nog niet geweest want daar staan constant bomen langs de wegen en dan krijgen we last van rupsen-vrees.
Vanaf half juli zou dat minder moeten zijn want dan gaan de rupsen verpoppen en veranderen in vlinders. Dan hebben we toch nog wat moois zou je denken, maar nee hoor, het worden mottige nachtvlinders. Daar heb je ook al niks aan, nou ja beter dat ze vlinder zijn dan harige rups.
Zie je echter deze mot: meppen! Dat scheelt weer honderden rupsen volgend jaar.
Dus hopelijk is het nu minder en bovendien heeft de regen van gisteren de boel wat schoongespoeld.
Het tempo ligt zoals verwacht hoog en dat kan prima met deze groep.
Thijs lijkt nog elke week sterker te worden. Ik zit in zijn wiel als hij op kop rijdt en voel me als Steven Kruiswijk gisteren…. mijn ploegmaat maakt me moe. Dus doe ik wat Stevie deed, vragen of hij iets langzamer kan (en dan wel wat langer op kop).
We draaien nu lekker rond en ik bedenk dat we met dit tempo wel heel vroeg terug zullen zijn als ik me aan de geplande 90 km. ga houden. Dus besluit ik om niet oostelijk van Roosendaal te blijven zoals ik bedacht had, maar om Roosendaal heen te rijden.
Ik vermijd Nispen-centrum want ik heb geen zin in de opdringerige fans die daar altijd rondlopen. Dus door “De Lind” en dan richting het verste punt; Wouw. Ook daar rijden we omheen. Nu ik toch alle dorpskernen weet te vermijden, bedenk ik dat ik dat met Kruisland ook ooit geweten heb. Maar ook dat dat best ingewikkeld was en ik het wellicht niet meer goed weet. Dus toch maar even langs de Kerk rechtsaf. Nu komt de wind een beetje in de rug en gaat het tempo nog wat hoger.
Toen ik Twan aan de start zag staan, dacht ik, “leuk even bijkletsen”. Nou vergeet het maar, het is een Sportrondje vandaag. Twan dacht blijkbaar hetzelfde want bij het terugvallen vanaf de top komt hij een paar seconden naast me rijden en zegt: “Als je wilt weten hoe het met me gaat, vraag maar aan Anneke, die heb ik van de week in de winkel bijgepraat en omgekeerd”. En weg is hij weer.
Peter Verhagen is ook mee. “Gelukkig”, dacht ik nog want dan is er in ieder geval nog iemand die iets minder sterk is. Nou dat is een misrekening. Gedurende de rit wordt steeds duidelijker dat ik vandaag de zwakste schakel ben. Peter gaat als een speer en perst er op het eind nog een demarrage uit.
Vanaf Stampersgat rijden we langs Oudenbosch en dan naar de noordkant van de Mark. Flip merkt op dat het deze morgen veel wegen zijn waar we vroeger heel vaak reden, maar tegenwoordig nauwelijks meer. Klopt, altijd een lekkere weg met wind in de rug. Maar dan moet je niet op het kantje komen, merk ik. Ik moet de rol even lossen, maar dat wordt opgemerkt en ik wordt weer opgepikt.
In Zevenbergen rijden we over de brug door de nieuwe wijk. Dat is toch een mooie verbetering t.o.v. vroeger. Nu hoef je maar even op fietspad door het dorp langs het station. Nog even rechtsaf en een rechte weg naar huis.
Maar Martien heeft een ander voorstel: “Laten we lekker rustig over de Achterdijk rijden”. Goed plan, ik ben wel toe aan lekker rustig rijden. Blijkt echter dat hij bedoelt dat daar weinig verkeer is, niet dat het tempo omlaag hoeft. Het is inderdaad wel veel mooier fietsen natuurlijk dan op het fietspad langs Langeweg en de 3 Hoefijzers. Via de Zwaluwse polder komen we op de Hellekant. Twan draait al richting Terheijden. Gert-Jan vindt het ook wel mooi geweest en besluit uit te gaan fietsen. Ik ben toch wel zo dat ik het mooie gemiddelde niet wil laten zakken dus blijf stug doorgaan. De geplande 90 kilometer is 110 kilometer geworden maar toch zijn we denk ik ongeveer op dezelfde tijd thuis.
Dat is echt sporten, lekker!
Ad