Het ziet er maar grijs en saai uit, deze zondagochtend. Ik denk dat de clubkleuren het enige fleurige is wat we deze rit gaan zien. Gelukkig staat er op het raadhuisplein al een mooie groep met fleurige pakskes. Windkracht 3, noordwestenwind en rond 10.00 uur regen in Made, weet Peter te melden. Nou dan moeten we zorgen dat we rond 10-en hier niet zijn. Als het sein half 9 klinkt, gaan we op pad. Wij, Petra, Wim, John, Peter en ondergetekende gaan op weg voor een rondje naar Woudrichem, uitgezet door John die bij aanvang officieel tot wegkapitein werd uitgeroepen. Woudrichem, daar ben ik nog nooit geweest dus heb ik gisteren eens gekeken waar dat ligt. Even bijkletsen want Petra is terug van vakantie en ik ben hersteld dus er valt genoeg met de rest bij te praten. Echter door het praten, zien we het glas over het hoofd en net over de brug bij Geertruidenberg, roept Petra “LEK”. Gelukkig zijn Peter en Wim handig en de band is er wel snel af, een gemeen stalen splintertje in de buitenband was de boosdoener, maar de band gaat er iets minder snel op. De buitenband gaf zich niet snel gewonnen maar de aanhouder wint en we konden weer op pad. Echter nu zat er een flinke bobbel in de band en dat fietste niet oké. Dus wiel er weer uit en kijken of dat opgelost kon worden. Petra zei; “‘Fietsen jullie maar door dan draai ik om”. Maar dat is niet het motto van de WTC: “Samen uit, samen thuis”. Dus een beetje aan het ventiel geragd aldus Peter, de band nog eens na gelopen en het euvel was opgelost. Daar gingen we weer. Over de Keizersveerse brug richting Dussen, Almkerk, Uitwijk, Rijswijk… ?? Lag dat niet bij Delft?? Jawel maar er is nog een Rijswijk. Oké, hieruit blijkt dat topografie niet echt mijn sterkste punt op school was. Bij Rijswijk op de rotonde aangekomen, liet Petra even zien dat er niet te sollen met haar valt, de hoog gekapte blonde dame in haar mini laat het voortaan wel uit haar hoofd om te denken dat ze voorrang heeft op een rotonde waar haaientanden staan op de weg voor de auto. Rijswijk doorkruist toen we bij een steil weggetje omhoog naar een dijk kwamen, na een kleine aarzeling bleek dat we die toch moesten hebben, dus een klein aanloopje en boven fietsten we weer lekker door om vervolgens nog eens zo’n steil klimmetje voorgeschoteld te krijgen. John zei er een kleine berg etappe er in verwerkt te hebben. Woudrichem …. was dat niet waar dokter Tinus is opgenomen? Ik heb gekeken of ik het huis van dr. Tinus zag maar ik was te druk met tegen de wind in fietsen, windkracht 3 serieus… in mijn beleving was het toch echt iets meer dan 3. Maar na Woudrichem volgde Sleeuwijk en Werkendam en daarna richting Hank. Dat betekende wind mee en wat een genot is dat voor je oren, je kunt elkaar dan gewoon weer verstaan. Heerlijk door de polder zo naar Hank. Daar zagen we de tourgroep voor ons uitfietsen. Ze hadden er een goed tempo op zitten. En voor we het wisten, waren ze uit het zicht. Ondertussen voelde wij toch echt regendruppels, zouden we dan toch nog regenpunten krijgen? In Geertruidenberg waren 2 kleine jongetjes zo onder de indruk van dat aanstormend vijftal dat ze vergaten om door te lopen op het zebrapad dus met een luide “doorlopen” schrokken ze weer wakker en was de weg vrij om zonder ongelukken naar huis weder te keren. Helaas was bij de laatste brug mijn kaarsje ver op en sjokte ik omhoog. Boven aangekomen weer aangesloten om gezamenlijk de May binnen te rijden. ’t was een heerlijk en mooi rondje. Dank je wel John!
Deze zondagochtend op pad met vier dames en vier heren. Rene had een mooie route uitgetekend die ons over de Haringvliet zou voeren. En natuurlijk ook over de gevreesde Kiltunnel onderweg. Maar dat was van latere zorg. Het was voorlopig de wind die flink z’n kop op stak en ons flink liet ploeteren in de open polders. Met Ruud en mijn persoontje reden wij de eerste kilometers richting de Moerdijk. Bovenop de Moerdijkbrug wachtte ons een verrassing. Daar stond een bakkertje uit Den Hout met zijn prententrekker ons te vereeuwigen. Hij moest lang wachten voordat hij klaar was, want ik was de laatste die op een minuut of vijf voorbij kwam denderen maar dat mocht de pret niet drukken. Peter bedankt voor de foto’s.!!! Na de Moerdijkbrug en een stuk Merwede ging het in de afzink de Kiltunnel in, en daarna weer bergop. Potverdorie, alweer als laatste boven, het moet toch niet gekker worden. Melody en Boukje vlogen naar boven. Niet te doen joh! En dat al keuvelend. Via De Wacht en Strijensas met een sterke Rene en een terug van weggeweest Annemieke ging het al ploeterend naar Numansdorp. Pfttttt. Het einde van de lijdensweg kwam in zicht. Maar eerst nog die sluizen over. De moed zonk in mijn schoenen. De wind stond hier op kop en al gauw was ik alleen op de Haringvliet. Dankzij Piet, die mij af en toe een zetje gaf, werd het gat gelukkig niet al te groot en kwam ik weer onder de mensen. Eindelijk waren wij de sluizen over en werd het gelukkig hergroeperen. Nu stond de wind eindelijk gunstig. Helwijk en Oudemolen vlogen we voorbij om ook Zwingelspaan in een rotvaart achter ons te laten. Zelfs hier moest ik alle zeilen bijzetten om het jonge grut bij te houden hahaha. Complimenten voor de meisjes vandaag hoor. Goed jullie best gedaan en prima mee op kop rondgedraaid. Op naar de Klundert. Beetje aan de buitenkant erdoor heen gereden om daarna via een krakkemikkerig fietspad wat nog stamde uit de tijd van de Romeinen, onderweg naar Zevenbergen te gaan. Dat zou het dus voorlopig niet worden. Piet en ik reden op een paar meter van de groep en naast mij ineens een hoop kabaal. Piet was over een flinke opdruk of kuil gereden en zijn ketting was er afgelopen. Dus even gestopt, maar de groep was al uit het zicht verdwenen. Ketting er terug op en weer op de fiets. Had je gedacht!! “Ik sta ook lek” zei Piet. Moet niet gekker worden toch. Nou, het kon nog gekker. Het was al een hele toer om het spulleke achter te vervangen. Intussen was de groep ook teruggekeerd en Piet en ik waren bezig om de band te vervangen. Met de hulp van Ruud en zijn gaspatronen was de band weer zo op spanning. We konden weer verder. Nee dus. De band voor was ook lek en er zat ook nog een kuub hout tussen zijn spaken. Kon het net op tijd verwijderen anders hadden ook nog zeker tien spaken het loodje gelegd. Na ook de lekke voorband te hebben vervangen en de gaspatronen van Ruud hun werk hadden verricht, ging het verder naar Zevenbergen en via de alom bekende weg terug naar de May. Het was een zware tocht deze ochtend. Dat doet mij besluiten om een trapje lager te gaan fietsen en mij aan te sluiten bij de trimploeg. Dit mede door fysieke ongemakken. Soms is het gewoon verstandig om een stapje terug te doen en te luisteren naar je lichaam hoe gezellig het ook was. Bedankt daarvoor.
Als ik de fietsen ga pakken vanochtend zie ik dat het zwaar bewolkt is en een pittige wind. Wel precies zoals voorspeld, maar je hoopt dat het net als gisteren mee zal vallen… Nog een tegenvaller, mijn voorband staat plat. Dus eerst nog even een nieuwe binnenband plaatsen. “Beter voor de start dan onderweg”, denk ik. Snel eten en aankleden. Net voor vertrek kijk ik nog even op buienradar. Ik zie dat rond 11:00 uur een wolkenzone over Zaltbommel gaat komen, ik loopt nog snel even naar de kledingkast om voor de zekerheid mijn windstopper toch nog in mijn achterzakje te stoppen. Bij het gemeentehuis aangekomen, zie ik dat we een behoorlijke opkomst hebben. En ik tel maar liefst 8 dames, die verdelen zich over de verschillende groepen, maar niet bij de Sport. Wij moeten het met 6 kerels doen vandaag. Martien heeft de Rivierentocht voorbereid, 122 km. heeft hij voorspeld, dat moet te doen zijn met deze sterke mannen die altijd goed aan elkaar gewaagd zijn. We weten ook dat er geen tussenstop gepland is: “onder de 125 kilometer stoppen we niet”, is de regel van Martien. Dus ik heb mijn tweede bidon water er opgezet in plaats van de EHBO bidon. We rijden naar Geertruidenberg en Raamsdonksveer. Martien wil met de klok mee rijden dus moeten we eerst naar Gorinchem zien te komen. We nemen niet de kortste weg daarheen maar gaan over Dussen en dan over de dijk naar Almkerk, dat is een omweg van een paar kilometer, maar wel lekker dat we daar veel in de luwte kunnen rijden tussen huizen en bosschages. Goede keuze dus van onze wegkapitein. Na de brug bij Gorinchem rijden we door Gorinchem om op de dijk langs de Waal te gaan rijden. Flip vindt dat het verdacht gemakkelijk gaat hier. Dat klopt, we rijden met gemak 37-38 km/uur. Dat was niet de bedoeling! Vrijdag zag ik op mijn weer-app nog dat het noord-oosten wind zou zijn. Maar nu blijkt het meer noord-west. Dat wordt pittig op de weg terug. We komen ondertussen het ene na het andere bord tegen dat de dijk afgesloten is maar je kunt ver kijken en we kunnen gewoon door. Net voor Haaften staat het bord echter behoorlijk midden op de weg. “Zouden we dan toch af moeten”? Een man in een auto wuift dat je gewoon rechtdoor kunt. Twan en Peter vinden dat hij er wel wat raar bij lacht… (die koekwousen trappen er in). En jawel hoor, ter hoogte van Haaften staat een kraan dwars over de weg en een stel bouwhekken. We kunnen er niet door en moeten terug en door Haaften. Martien ziet een weggetje omlaag en een hek dat open staat. We komen in het dorp en zoeken ons een weg naar een fietspad richting Waardenburg. In de verte ligt de bekende Martinus Nijhoff brug. Extra mooi omdat we er met wind in de rug op kunnen rijden. Dat gaat dus zonder problemen. Vanaf Zaltbommel dus wind schuin van voren. We rijden allemaal om beurten op kop dus we weten de snelheid nog redelijk op peil te houden. Gelukkig buigen we bij Brakel af richting Poederoijen en krijgen we de wind weer even wat gunstiger. Bij Poederoijen gaan we weer langs een rivier. Het begint iets natter te worden. Sommigen denken dat we daarom wel de kortste weg naar huis nemen; zo niet onze leider, we moeten rivieren volgen en de beloofde afstand halen. Dus we rijden nu richting Andel. In het dorp is het druk. We komen een optocht van oldtimers tegen. We weten dat Flip valt voor dat soort auto’s, en als we de bocht omkomen en er staan auto’s stil op de weg, doet hij dat ook letterlijk. De eersten kunnen nog op tijd remmen maar Flip remt hard, raakt een achterwiel en gaat over de kop. Ik zie dat hij op zijn gezicht valt, eerst lijkt het nog mee te vallen maar dan blijkt dat zijn fietsbril een snee in zijn jukbeen gemaakt heeft. Hij begint te bloeden als een rund. “Heb je soms alcohol gedronken gisteravond?” vraag ik. “Nee hoor”, zegt Flip, “ik heb alleen wijn gedronken”. Okay, hij is nog scherp en de humor is er ook nog. Dan doen we allemaal maar mee. Flip ziet dat zijn bril kapot is en breekt hem dan maar doormidden en steekt hem in zijn achterzak: “Een opvouw fietsbril, nooit eerder gezien”. Helaas heb ik dus mijn EHBO bidon niet bij me en een pleister is toch wel nodig, maar gelukkig komt er een mevrouw aanlopen die ziet dat er iets gebeurd is. “Ben je aangereden?”,“nee hoor, gewoon een gevalletje eigen onkunde” krijgt ze te horen van de “vrienden” van Flip. Zij haalt een paar pleisters en daarmee probeer ik de twee wonden een beetje dicht te plakken, en zijn oog en mond niet. Het gaat nog harder regenen dus er gaan jasjes aan en daar gaan we weer. Op naar Veen en dan langs de Heusdense brug aan de noordkant van de rivier terug richting Made. Het is pittig. Met name Frans trekt er nog een paar keer goed aan. Flip slaat nu af en toe een beurtje over. Ik zie hem ook aan zijn schouder pakken. Die blijkt toch ook wat beurs te voelen. Met precies 122 kilometer op de teller sturen we Flip rechtsaf naar hoofdzuster Nel zoals Twan haar later op de app noemt. Hij knapt door haar zorgen blijkbaar snel op, maar er wordt door deskundige Frans gesuggereerd dat een Joske eigenlijk het beste medicijn zal zijn. Dat laat de leverancier zich geen twee keer zeggen en binnen het uur zie ik een appje met een foto van Flip; er zijn twee Joskes bezorgd. Dan zal hij er volgende week weer wel bij zijn. Als het mooi weer geweest was en Flip er niet voor schandaal uitgezien had, hadden we wellicht nog een bakkie gedaan, nu rijdt iedereen gelijk naar huis. Dat is volgende week anders, want het is bijpraattocht, dus bespreken we een terras met koffie en gebak. Ook wordt er wat beter weer voorspeld, dus dan wordt het vast gezellig druk.
Wat een zomer, echte zomerse dagen hebben we nog niet gehad. Bij de planning kijken we altijd naar het weerbericht, de voorspelling was NNW wind en mogelijk hier en daar een bui. Met dit in het achterhoofd stond ik vanmorgen op. Rondje Binnenmaas was dus de planning. Ik twijfel of ik armstukken aan doe als ik voor de kledingkast sta. Het is 17 °C, dus boven de 15 °C bij de Jonge Renner geldt dan kort – kort. Dus de mouwen en de broek. Leo staat al in de starthouding als ik op het Ruiterspoor kom. We rijden via de Hespelaar naar de May, de rotonde bij de Bromtol is nog niet klaar, je moet daar nog gravelen. Op het plein staan al verschillende renners en rensters klaar. Maurice had gisteren na het rondje TMM (Team Munne Maot) nog bij getraind door naar Antwerpen te rijden solo. Tijdens deze tocht kwam hij er achter dat een rondje Binnenmaas wel erg veel zijwind zou geven. En soepel als we zijn, werd terplekke beslist om de Biesbosch te rijden vandaag. Ik stel voor om via Blauwe Sluis te vertrekken.
Met vertrek rijden we via de Watertoren naar de Helkant, juist daar voorbij hoor ik LEK. Ik zie geen lekke band maar er is een DATA-lek bij Maurice. Zijn Garmin heeft contact met de fiets verloren. Hij zal vandaag als Bauke Mollema met het metertje in de achterzak rijden. Dit brengt mij enigszins van slag zodat we niet via Blauwe Sluis maar langs Hooge Zwaluw rijden.
De wind blaast stevig, Leo en ik proberen het tempo niet te veel te laten zakken maar nemen ons voor geen gekke dingen te doen zodat plots de brandstof op is. Als we rechtsaf draaien richting de Moerdijkbrug komt Wim mee op kop rijden. Het voelt pittig, de wind tegen en de brug op. Toch halen we nog een verdwaalde renner in op de brug. Vervolgens stel ik voor door de polder te rijden en niet over het dijkje richting Kop van Het Land. Onderwijl halen we twee dames in die dankbaar gebruik maken van onze groep en zo dus mee glippen. Het mindere weer heeft ook zijn voordelen, het is namelijk niet zo druk onderweg, zeker bij de Kop van het land kan het aardig druk zijn. Bij Sliedrecht stel ik voor aan de andere kant van de A15 te gaan rijden. Op enig moment maak ik de verkeerde keuze waardoor we niet via Schelluinen rijden maar langs Hardinxveld-Giesendam. Ondertussen zijn een drietal renners van het eiland bij Dordrecht aangesloten. En dan plotsklaps Marino; “LEK”. Terwijl hij dit euvel verhelpt, wijst Anneke me op een plank bij de windveren van enkele gebouwen. Ik noem het een nokplank maar dat is vast niet juist. Later als ik thuis ben, appt Anneke mij; het is een Uilenbord.
We rijden weer verder en al rap komt de Merwedebrug bij Gorinchem in beeld. Deze oprijden gaat een fors stukje makkelijker dan de Moerdijkbrug en de Belgische biertjes bij Maurice geven hem vleugels (of was dat een ander drankje?) Voor Werkendam draaien we de polder in waarna het voorstel is om de klinkers te mijden en langs het Jannezand te rijden.
Hank volgt en nu en de brug bij Keizersveer is geen enkel probleem voor de groep die bestaat uit Maurice van der Ven, Leo Stasse, Erno Haanskorf, Marino van den Elshout, Sandra van Eijk, Anneke van Wesel, Rachel Marijnissen, Kees Marijnissen, Wim ten Haaf en ondergetekende. Nadat de brug over het Amerkanaal is genomen, nemen de fietsvrienden uit Dordrecht afscheid. Hen staat nog een lastig stukje te wachten….
De afgelopen dagen leek het een natte zondagochtend te worden, maar als ik vandaag de Buienradar bestudeer, lijkt het wel mee te vallen. Zorgen dat je zo snel mogelijk naar het westen rijdt dan moet het goed komen. Ik ben benieuwd wie er aan de start zal staan. Hebben ze watervrees? Of gaan ze voor de 12 regenpunten, want Weer Online geeft 2 druppeltjes. Het is wel wat minder druk dan anders als Anneke en ik ons melden op het Raadhuisplein. De Sport is met 6 man, de Tour telt er maar 4. Het rondje Binnenmaas van Flip en het idee dat je voldoende koptrekkers zult hebben, doet de Tour renners besluiten om met de Sport mee te gaan. Prima, ik vind het wel leuk want dan heb je weer eens wat andere “buurt”, als je al “buurt” hebt bij de Sport, want dat gaat eerlijk gezegd meestal op een lint. Ook Flip is van mening dat we het beste eerst zo snel mogelijk naar het westen moeten zien te komen om de bui die Made zal treffen, te ontwijken. De TT is van plan naar Meer te rijden, volgens ons rij je dan echt de bui in, maar een Meertocht waar je nat wordt klinkt eigenlijk wel zoals het hoort. Wij rijden dus met 9 man en Anneke richting Zevenbergen en dan over Zevenbergsche Hoek naar de Moerdijkbrug. Vanaf daar naar de Kiltunnel. Het is goed opletten hoe de weg nu loopt want de boel is behoorlijk op de schop genomen en er zijn giga distributiecentra gebouwd. Ook bij de Kiltunnel is er een wegomlegginkje. Flip moet voor de 2e keer toegeven dat dit bij het verkennen nog niet zo was. Die verkenning was dan ook minstens een jaar terug, want vrijdagavond hebben we pas beslist deze route weer eens te rijden. Binnenmaas: dat is na ’s Gravendeel richting Maasdam en dan Sint Anthoniepolder aanhouden. Dan rij je evenwijdig aan dat water. De wind zit nu wat meer west dan zuid en is best pittig. Gelukkig is er verder nauwelijks verkeer dus we kunnen goed waaieren met Twan, Peter, Flip, Frans en John. En als het nodig is, zetten we een tweede waaier op. Erno en Anneke maken daar dankbaar gebruik van om zo zuinig mogelijk te rijden. Leo Stasse en Wim ten Haaf pakken ook regelmatig wat wind. Flip loodst ons over rustige wegen uiteindelijk naar Numansdorp om zo bij de Haringvlietbrug te komen. Ik word toch wel even zenuwachtig want ik heb ergens gelezen dat die afgesloten is dit weekend. Benieuwd hoe dat voor de fietsers zijn, hoop dat we niet terug moeten naar Strijen….. Dat is gelukkig niet het geval, hoewel er echt wel wat aan de hand is. We moeten twee keer over rijplaten en fietsen een stuk over de snelweg. Hier zit de wind pal tegen en brug op is het dan pittig. Dit ervaart ook Wim, hij heeft zijn tank wat te ver leeg gereden tegen de wind en “parkeert “op een gegeven moment compleet. “Het leek wel of hij lek reed”, zei Erno. We wachten even tot hij weer aansluit en dan pakken we het tempo weer op. Langs “De Hel” karren we naar Oude Molen waar we de wind weer schuin van achter krijgen. Er ontstaat weer een waaier en Frans Marijnissen is goed. “Ik voel me net een oude krijger als Robert Geesink” zegt hij. Even opgezocht, Geesink is met zijn 35 jaar toch nog maar half zo oud dan Frans, als die al een “oude” krijger is wat is Frans dan..… Maar het klopt verder wel want Geesink rijdt ook regelmatig zo hard dat hij zijn ploegmaten er af rijdt. Als Frans met John er even aan trekken, hoor ik roepen dat we moeten wachten. Wim herstelt niet zo goed, dus we moeten toch maar wat rustiger doen. Ik dacht dat Erno het ook moeilijk had (maar dat was niet zo, hij wachtte op Wim zei hij) en zeg tegen John dat hij zijn familie er af gereden heeft. Hij is niet onder de indruk: “dat is normaal bij de Haanskorfen, als je goed bent dan rij je de familie kapot”. Bij Klundert rijden we over industrieterrein Moerdijk. Wim ziet er weer wat beter uit en Flip vertelt hem dat we alleen nog wind van achteren gaan krijgen…. Niet zeker of hij dat gelooft, maar we gooien het tempo weer wat omhoog. Dat lijkt goed te gaan, we zijn snel in Moerdijk en dan volgen we de A16 over de parallelweg die wat bultjes kent. Ik rij ondertussen zowat achteraan en opeens mis ik Leo. Hij is op zo’n bultje de man met de hamer tegen gekomen. “Opeens pap in de benen op het industrieterrein”, vertelt hij, “rij maar door”. Dat doen we natuurlijk niet; “samen uit, samen thuis”. Hij heeft bovendien nog wat te eten en beter laat dan nooit, schuift hij zijn snickers naar binnen. Daar knapt hij snel van op, het was dus de bekende hongerklop. Vanaf de Drie Hoefijzers waaien we naar de May. Oude Krijger Frans met Anneke op kop en we rijden zo weer 38 km/uur. Met 95 kilometer op de teller kom ik thuis aan. Het weer is super geweest. Even een paar druppeltjes gehad maar je droogde harder op dan dat je nat werd. Lekkere temperatuur en veel zuurstof in de lucht. Zoals zo vaak hadden de thuisblijvers die bang waren voor regen, weer eens ongelijk.
Het is een echte ouderwetse Hollandse zomer. Volgens het weerbericht is het aftellen naar het mooie weer van komende week; alleen nog even langs deze zondag. Buien, bewolkt, zuidwesten wind, het ziet er allemaal niet best uit. Antoon heeft zich zaterdag al afgemeld en als ik wakker word, is het eerste berichtje op Whatsapp al binnen. 01:47 uur. “Wij gaan niet mee”, Boukje en Sharelle, midden in de nacht gehuld met ieder een rode zonnebril. Ook Gerard meldt zich af en even later ook Piet. Ik twijfel; zou het dan echt zulk slecht weer worden. Zal ik thuis blijven? Maar ja, dat kan niet… die rode trui wil dat ik ga. Dan Melody die ook niet mee gaat. Ik zet de fiets buiten en kijk naar boven. Ik zie zelfs wat blauwe stukken tussen de wolken, ik check buienradar: droog, maar even later miezert het dan toch. Ik pak mijn regenjasje en prop het achterin mijn fietsshirt. Op weg naar het gemeentehuis overdenk ik wat we gaan doen. Ik verwacht geen hele hoge opkomst; misschien samen met de Trim een rondje rijden? Ik ben er als eerste en even later komt Leo en dan Bert. Tegen half 9 zijn er toch bijna 20 renners. Peter Bastiaanse rijdt vandaag met ons mee en Anneke vraagt of we nog richting Meer gaan; we zouden de regen tegemoet rijden. We twijfelen even, maar inmiddels is het half 9 en is de sport/tour vertrokken. Ook de Trim twijfelt. We besluiten om samen te rijden en een rondje Biesbosch te doen; dat zou de minste kans op regen geven. Peter Korse en Ruud vertrekken op kop en houden met de wind in de rug gelijk een flink tempo aan. We rijden langs ’t Gat van den Ham en dan de Moerdijkbrug. Na de Moerdijkbrug volgt de Nieuwe Dordtse Biesbosch richting het pontje bij Kop van ’t Land. Onderweg bemerk je dan toch dat er tussen de pelotons wel verschil zit. Op een gegeven moment zijn er voor ons 2 jonge dames aan het joggen. Ik wil juist “…voor!” roepen, maar opeens hoor ik luid achter me “…afblijven!!” Het maakt niet uit, het resultaat is hetzelfde. Gelukkig kunnen de dames er ook om lachen; voor je het weet heb je een #metoo hashtag aan je Strava-rit hangen.
Aangekomen bij de pont is het wachten want het pontje vertrekt pas om kwart voor 10. Na een tijdje rijden we dan toch de Biesbosch in, maar niet voor lang; John rijdt lek. Peter B., Peter K. en Ruud ontfermen zich over het achterwiel. Wim en John overzien het geheel. Wim pakt zijn banaantje terwijl ik naar de dreigende lucht kijk die steeds grimmiger wordt. Het miezert en in de buurt van Werkendam gaat dat over in echte regen. Shit… we moeten nog terug met de wind op kop. Enkele renners besluiten hun regenjasje aan te trekken, maar eer we weer op weg kunnen, is het alweer droog. Het voelt nu drukkend warm en opeens rijden we ook weer in de zon. Het asfalt droogt bijna zienderogen op. Op de dijk richting Hank echter weer een lekke band; deze keer de voorband van Peter Korse. Na wat geklooi met de CO2-pomp is ook deze band snel gefixt en we gaan weer op pad. Vlak voor Hank krijgt Ruud het nog even op zijn heupen en sprint in zijn eentje naar het bord van de bebouwde kom. We laten hem maar, hij zou anders geen schijn van kans hebben… Dan volgt Raamsdonksveer en de fijne helling van de brug over het kanaal naar de Amer. Vlak voordat we de May weer binnen rijden, zien we John Haanskorf alweer huiswaarts rijden; we zijn laat.
Vanmorgen liep om 7 uur het wekkertje weer af. Lekker fietsen op deze zonnige zondagochtend. Eerst het buikje lekker rond eten en daarna de beentjes in de olie. Ik ben er klaar voor! Op naar Made. Ik was er al om kwart over acht. Het werd al rap drukker. Nog een beetje ouwehoeren met jan en Alleman en daarna op naar Roosendaal. Het tempo zat er gelijk al goed in. We waren maar amper de May uit en mijn Garmin gaf al 30+ aan. Pffft!!. Via de 3 Hoefijzers ging het naar Prinsenbeek om daarna Etten-Leur achter ons te laten. Het was weer gezellig tussen de wielen. Met Rene en Edwin op kop kon de rest lekker bijkletsen tussen de wielen over van alles en iedereen. Het Heike kwam in zicht. Het dorp met misschien wel de mooiste huizen en villa’s van heel Brabant op een klein stukje grond. Wielergeschiedenis werd hier geschreven door Woutje Wagtmans en Wimke van Est. Heel deze omgeving is doordrenkt met hun zweet. Historie te over. Ik was blij dat ik lekker mee kon tussen de wielen en als het even wat minder ging werd er netjes gewacht. Het zal de leeftijd zijn toch hahaha. Er fietste ook wat jong grut mee deze ochtend zoals Melody, Boukje, Sandra en Marielle, als ik de laatste 2 ook tot het wat jongere grut mag rekenen. Het leek net of ze niet hoefden te ademen. Deze opmerking is niet van mij hoor. Bosschenhoofd en Langeberg aan de buitenkant van Roosendaal doemden na goed anderhalf uur fietsen op. Eerst moest er nog een bruggetje genomen onderweg, maar niet zomaar een bruggetje maar een loopbrug. En dat over de snelweg. Alles van de fiets af en dan maar klauteren over dit steile rotding en aan de andere kant hopen dat je niet onderuit gaat. Wie heeft dit toch bedacht? Iedereen kwam veilig aan de andere kant en vooruit ging het weer. Edwin en Rene namen veel kopwerk op hun schouders en ook de dames lieten zich niet onbetuigd. Sandra had haar conditie nog wat aangescherpt in Frankrijk en Melody had met twee vingers in haar neus de Stelvio in Italy bedwongen en ook het Sella rondje in de Dolomieten erbij gepakt. Dus de vorm was supergoed. Op naar Stampersgat en Zevenbergen. De wind zat nu op de terugweg in de rug. Langeweg kwam in zicht en daarna Wagenberg. Hier afscheid genomen van Rene die deze mooie route had uitgezet. Vervolgens heb ik het laten lopen voor vandaag om in mij eigen tempo weer op Oosterhout aan te gaan. Het was een mooie zondagochtend met een gezellig groepje sportvrienden en vriendinnetjes.
Schrok ik even wakker deze morgen, Leo zou toch 3 weken niet meegaan.? Toen ik echter deze morgen door het Ruiterspoor richting Den Hout centrum reed, zag ik zijn wagen en caravan thuis staan. Is hij waarschijnlijk vannacht naar huis gekomen. Toch maar door gereden naar Made. Even bij den Bromtol kijken hoever het is met de tunnel. Helaas nog veel gravellen om er door te komen. Nog even een kort slingertje door Made. Ik kom Edwin tegen die onderweg is naar het plein bij het Trefpunt. Als ik daar aankom is er al een flinke groep aanwezig ondanks dat de sport deze morgen al om acht uur vertrokken was voor een rondje over de verschillende dammen zoals de Oesterdam. Mar10 had het rondje bedacht en zal ook wel veel kopwerk verrichten. Wij rijden vandaag op voorspraak van Maurice een rondje Nieuwmoer. Ongeveer 100 km wat op dit moment van het jaar voor ieder te doen moet zijn. Net na half negen vertrekken we: Maurice van der Ven, Kevin Damen, Erno Haanskorf, Anneke van Wesel, Rachel Marijnissen, Kees Marijnissen, Marino van den Elshout, aspirant lid Wim ten Haaf en onder getekende. Maurice en Kevin starten met een flinke kopbeurt en al rap staan we bij de Drie Hoefijzers waar een verkeersregelaar ons naar de andere kant wil hebben. Echter we gingen toch al richting de Markbruggen. Via de Elsakker gaat het verder naar Prinsenbeek. Daarna volgt het Liesbosch waar we bij Coreman recht door schieten naar de Klappenberg. Als ik iets verder naast Wim rij, vraag ik of hij weet waar we nu zijn. Hij antwoordt dat hij juist een bord Rucphen heeft gespot. Door het buitengebied van Zundert gaat het richting Schijf, met nog immer een flinke tegenwind. Verschillende renners nemen de kopbeurten zodat we met een lekker tempo blijven rijden. Als de telefoonpalen met elektriciteitsdraden in beeld komen, weten we dat we de grens gepasseerd zijn en op grondgebied van Nieuwmoer zijn. Nu draait de wind meer naar onze achterzijde. Dit is meteen merkbaar, ook de dames, de meskes, gaan een kopbeurt aan als het richting Achtmaal gaat over fijn asfalt. Van Achtmaal gaat het richting Wernhout. Als we hier binnendoor rijden richting Meirseweg krijg ik de vraag of Sauna Diana nog bestaat? Ja, familie Simons is nog immer in business. Wat verder op rijden we langs het trainingsveld van NAC.
Even verderop gaan we verkeerd, geen probleem, dan hebben we dit stukje Zundert ook weer eens gezien. Even later passeren we het bedrijf van Frans Marijnissen, de aardbeienkweker die met zijn zoon de aangespannen paardensport beoefend. In het landschap overheersen de boomkwekerijen. Op het viaduct over de HSL en de A16 worden weer wat hoogtemeters bijgeschreven. Het gaat nu richting Galderse meren waar verkeersregelaars de mensen begeleiden naar hun parkeerplaats. En het is er al redelijk druk terwijl ik vind dat het nog niet echt heel zonnig is. We vervolgen de rit via Ulvenhout naar Bavel waarbij Kevin opmerkt dat klimmen hem minder afgaat dan afdalen als we weer een viaduct passeren. Van Bavel gaat het richting Dorst, Kees Marijnissen zegt dat we niet in Dorst komen als de Akkerstraat inrijden. Hier moet hij even later toch op terugkomen als vlak voor de Tilburgseweg het bord Dorst op doemt aan de rechterzijde van de weg. We gaan nu richting Breda om vervolgens via Teteringen verder te gaan. Vlak voor Ter Aalst neem ik afscheid van de groep, wens ieder nog een fijne dag en als ik thuis de Garmin afdruk, noteert die mooi een 100 + km. tocht.
De route van de Sportgroep was afgelopen dinsdag al bekend. Martien wil wel eens wat verder en stelt voor om “over de Oesterdam” te rijden, 150 kilometer heeft hij uitgemeten. Snel hebben we een pelotonnetje dat groot genoeg is om dit idee op vrijdag te lanceren voor de liefhebbers. Ik kijk er naar uit want als je over de Oesterdam gaat met Martien, dan ga je ook over de Philipsdam. Nou was ik vroeger kampioen dammen van Nispen, dus dat moet goed komen. Omdat we toch weer rond de middag terug willen zijn, is het voorstel om al om 8:00 uur te vertrekken. Als ik bij het Oude Gemeentehuis kom, zie ik al een behoorlijk groepje staan. Ik tel acht renners. 7 in WTC outfit en eentje in een ander pakje, blijkt buurman Michel de Rooij van Peter Verhagen te zijn die toevallig net tegelijk op de fiets stapte met Peter. Hij vraagt of hij een stuk mee mag fietsen met ons. Zijn shirt is ook rood dus vooruit… het mag. Nooit gek een extra koptrekker tegen de wind, maar dat is Michel niet van plan. Daar heeft hij wat te weinig voor gereden de laatste tijd. Ik moet zeggen dat wij ook meteen goed de gang er in hebben. Ik vraag aan Martien of we met de klok of tegen de klok gaan rijden. Met zuidwesten wind is het klassiek dat je met de klok gaat omdat je dan op de dammen de wind mee hebt. Martien merkt niks van de wind dus hij rijdt gewoon de ongunstige richting. Slecht voor het gemiddelde. En dan hebben we bij de rotonde van de Drie Hoefijzers ook nog wat oponthoud. Een aardige verkeersregelaar stuurt ons naar de overkant van de weg. Blijkt dat er op het viaduct op ons fietspad twee politiebussen staan waar een stuk of 6 agenten bezig zijn met een soort camera op een hengel. Wij rijden dus aan de verkeerde kant op het fietspad en een tegenligger (eigenlijk zijn wij dat) werpt mij dan ook een geërgerde blik toe als hij uiterst rechts moet houden. Als we net goed en wel weer aan de juiste kant rijden na Zevenbergen, moeten we weer naar de overkant. Het fietspad vanaf de A17 naar Klundert wordt opgeknapt. Was ook wel nodig trouwens. En de andere kant waar we nu moeten rijden, pakken ze hopelijk ook mee want die is zo mogelijk nog hobbeliger. Van Klundert rijden we via Zwingelspaan naar Oude Molen en zo via Helwijk komen we op het eerste deel van de Haringvlietbrug. Goed dat we deze week dit rondje rijden, want volgende week is het daar zo te zien afgesloten als de werkzaamheden op de brug beginnen. We draaien nu pal tegen de wind want we moeten naar Oude Tonge. Ik mis Michel, die blijkt al een andere route genomen te hebben zoals hij aangekondigd had. Met ons zevenen rijden we nu kop over kop en zo houden we het tempo, ondanks de wind, er goed in. Bij het opdraaien van de eerste dam zie ik dat het gemiddelde op 32,8 staat, nu krijgen we vooral wind opzij. Het is druk op de Philipsdam. Veel groepen wielrenners (de meesten rijden inderdaad andersom) maar ook een stukje met veel dagjesmensen die een plekje aan het water zoeken. Wij houden Sint Flip’s land aan en daarna stuurt Martien ons naar Tholen. Daar kunnen we de Oesterdam opdraaien. Eerste stuk wind opzij. We maken een waaier en flink vaart. De ene na de andere wielrenner(ster) rapen we op en een grote groep kijkt verbaasd als wij voorbij komen. Maar als we er net voorbij zijn, blijkt John toch een probleem te hebben. Eerst meent hij nog dat zijn benen langer geworden zijn, maar 100 meter verder is zijn conclusie dat zijn zadel aan het zakken is. Bij mountainbikes is een seat dropper post een nuttig ding, maar op de racefiets kom je er niet ver mee. Bovendien is het ook niet meer zo lekker achter John schuilen als hij zo laag zit, dus we luisteren naar zijn gegil en stoppen. Hij heeft een sleutel nodig. Ha, eindelijk kan ik de multitool, die ik altijd mee zeul, nuttig inzetten. Blijkt dat John zo’n rare fiets heeft dat de bout van zijn zadelpen niet bij mijn multitool past. Flip pakt zijn portemonnee en daar heeft hij 1 inbussleuteltje in zitten…. En die past wel. Alle fietsers die wij voorbij gestoven zijn, rijden ons nu weer voorbij. Maar het is een mooi plekje om te staan. Peter Verhagen maakt wat toeristische kiekjes en de rest heeft de meest nuttige adviezen voor John.
Als het zadel weer goed staat, vervolgen we onze tocht. Wind nog opzij, maar ik weet dat er nog een stuk naar het westen komt, dat is nog pittig. Bij de Kreekraksluizen draaien we eindelijk na twee en half uur wind, naar het oosten. Wind in de rug en het tempo gaat omhoog. Ik rij op een fietspad waar ik als jong manneke heb leren wielrennen. Bekend terrein dus. Na de spoorbrug kun je rechts naar Woensdrecht en rechtdoor naar Bergen. Ik hoor niks achter me dus ga rechtdoor. John had toch graag over de Rijzende weg gegaan. Een heuvel… dan heb je wat aan zo’n seat dropper, want ja hoor, zijn zadel is weer aan het zakken. We stoppen maar weer en sleutelen weer even. John weet prima hoe het moet: “Er moet carbonpasta aan en dan is het opgelost”… ja, daar hebben we nu wat aan. John draait nog net iets harder met de sleutel. “Een slag voor het breken, stoppen” zei mijn handige vader altijd, en dat doet John gelukkig want anders had hij toch iemand moeten bellen die hem 65 km. van huis op zou moeten halen. Flip vraagt of we nog een bakje koffie gaan doen. Martien heeft niks gepland maar ik geef Flip gelijk want ook ik moet water bij tanken. Omdat ik de weg weet, mag ik vanaf nu de route bepalen met koffiestop. Ik vind café “Trapke op” wel leuk. Dus dat is aanvankelijk het plan. Maar als ik zie hoeveel elektrische 25 km. fietsers er ondertussen op de weg zitten, bedenk ik me. Want vanaf Heimolen naar Trapke op en dan weer door naar Wouw, heb je allemaal fietspaden. Dat lijkt me vandaag niet zo’n goed idee. Dus we rijden direct door over brede wegen naar Wouw. Vanaf daar wil ik naar Kruisland om eens bij Gastel Sfeer aan te leggen. Een groot terras en een behoorlijke speeltuin. Leuk voor een kinderfeestje: Dat vindt Twan ook, hij viert vandaag zijn verjaardag en trakteert op koffie met appeltaart. Niemand maakt gebruik van de speeltuin. Met gevulde bidons stappen we weer op. Van een half uur stil zitten, wordt je niet altijd beter. Behalve als je Martien heet. Hij gaat op kop en iedereen vindt dit prima tot aan de fietsbrug van Zevenbergen. Ook Frans heeft de stop goed doorstaan trouwens want die zit op de tweede plek. Na de fietsbrug nog even via Langeweg om te kijken of de politie al beet heeft met hun hengel. Ik zie niemand meer, maar het kan ook zijn omdat ze mij daar net op kop hebben weten te krijgen, en het is toch een stijl klimmetje als je tegen de veertig rijdt. Net boven komt iedereen natuurlijk voorbij, dus moet ik wel even op mijn tanden bijten. Zo kan ik natuurlijk wel even testen of de tand die er net weer instaat beter gemonteerd is dan het zadel van John. Het gaat goed, gelukkig geen carbonpasta nodig. Martien is zeer tevreden over zijn leiderschap, want met precies 150 kilometer op de teller rijden we de May op. Wij zijn ook goed te spreken, mooie tocht gehad en lekker gefietst. Martien dank voor de route! Twan nogmaals gefeliciteerd en dank voor de traktatie; daardoor hebben we allemaal de May weer gehaald (en jij hopelijk Terheijden)….
Zondagmorgen 15 augustus stonden we met 5 man (gem. leeftijd 63,2 jaar) klaar voor de verrassingsrit die Wim en André na veel overleg in elkaar hadden geknutseld. André vertelde dat ze een gedeelte van het Bels lijntje gingen fietsen. Via Dorst naar Tilburg en via Bels Lijntje naar Alphen. Bels Lijntje was een spoorlijn tussen Tilburg en Turnhout. Sinds 1990 is het een fietspad. Het is wel goed opletten want er zijn veel onoverzichtelijke kruisingen. Na goed kopwerk van Andre is het bananentijd in Alphen en kwam de vraag; gaan we via Baarle Nassau of via ’t Zand? Na rijp beraad gingen we via ’t Zand. Op een gegeven moment daagde André de groep uit wie het eerste bovenop het viaduct zou zijn. Er werd direct gedemareerd door Peter, Gerard, John en Wim. Na een felle spurt was Gerard de winnaar en hij verdiende volgens John de Bergtrui. Er kwam wel direct commentaar dat Gerard zich de hele rit had lopen sparen voor deze spurt. Na diverse paadjes en bochten kwamen we weer in Dorst en als een speer fietsten we naar Made.
André en Wim bedankt voor de mooie rit namens Peter, Gerard en John.