Na de wat mager opkomst van de sport-groep in de laatste weken was er deze week weer eens een prima bezetting. We waren namelijk met 6 man, waaronder onze pechvogel Gerben. Na een maand afwezig te zijn geweest door de u welbekende lelijke val in Zeeland, maakte Gerben weer zijn rentree in het sportpeloton. Welkom terug G!
Volgens de kalender zouden we eigenlijk de Groene Hart tocht gaan rijden. Deze was uitgestippeld, voor verkend en lag klaar om gereden te worden. Maar vanwege te weinig aanmeldingen (1) was het echter niet de moeite waard om het door te laten gaan. Dan maar verplaatsen. De nieuwe datum staat nu op 6 juli. Gelukkig zijn er inmiddels al meer aanmelding. Het wordt een prachtige rit!
Enfin, de rit ging nu dus niet naar het Groene Hart, maar het werd een rondje Oud-Beierland. Hoewel het verste punt vaak in de benaming van de rit wordt aangehaald, was het in dit geval niet zo. Goudswaard was namelijk het verste punt. Maar ja, een rondje “Goudswaard” bekt toch niet zo lekker.
Nu ik even op Google Maps aan het turen ben, zouden we het ook wel het Beierlandse Drieluik kunnen noemen. We passeerden namelijk tijdens de rit achtereenvolgens Oud- Nieuw en Zuid-Beierland.
Genoeg nu over dat Beierland, want we moeten eerst nog vertrekken vanuit de May. In dit geval met Twan, Martien, Sander, Gerben en Erik. Lekker groepje zo met zessen.
De eerste 12 kilometer werd nog achter elkaar gereden, maar vanaf Lage Zwaluwe dwong de hartslag ons om op een lint te gaan. En zo geschiedde.
De wind was goed aanwezig maar desondanks werd nog aardig doorgefietst. Ikzelf zat toch niet zo lekker op de fiets aangezien ik op mijn reserve (regen)fiets reed. Na een ongeval bij de voorverkenning van de Groene Hart tocht was mijn voorvork gebroken en dus was ik tot mijn oude fiets veroordeeld. Op zich kan ik hier ook wel redelijk snel op fietsen, maar mentaal had ik al wel een tik te pakken. Die mentale tik werd alleen maar groter toen Sander op kop kwam en met 38km/h wind tegen het viaduct op knalde en over het viaduct nog eens aanzet en de snelheid naar boven de 50km/h joeg!
Nu de moed me in de schoenen was gezakt besloot ik dus maar wat kortere kopbeurten te pakken om zo, zonder al te veel gezichtsverlies, de rit te voltooien.
De rest zat er lekkerder bij. Bij Erik en Twan was weinig vermoeidheid te zien en ze zagen zelfs nog kans om te praten. Ook Gerben was goed teruggekeerd uit zijn blessureperiode, gezien zijn kopbeurten. En Martien, tja… die weet niet wat een slechte dag is.
Goudswaard ligt in het uiterste westen van de Hoekse Waard en met de fikse westenwind leek er dus maar geen einde aan te komen. Bij Oud-Beierland werden we dan ook nog eens meerdere malen uit ons ritme gehaald door wegwerkzaamheden (die kennelijk daar al jaren aan de gang zijn). Pas na Oud-Beierland kwamen we weer in een ritme en werd er lekker gedraaid. Ook kregen we onderweg nog versterking van een Bas, die ons tegemoet was komen fietsen. Om hem te verwelkomen werd het tempo nog eens flink opgevoerd, waardoor Bas al snel in het rood moest. Gelukkig voor hem verloor ik mijn bidon waardoor de hele trein tot stilstand kwam. Er werd spontaan even een plaspauze ingelast en iedereen kon daardoor even op adem komen. Mooi om te zien is dan dat de stilte onderweg direct plaats maakt voor grappen en hard gelach onderling. Bas wordt nu ook even woordelijk welkom geheten en na 2 minuten vertrokken we weer met goede moed. We hadden namelijk tot Made wind in het hol. En dat is een fijn gevoel, toch?
Zoals de ervaren fietser weet heeft wind in de rug ook zo z’n nadelen want de snelheid stijgt al snel naar ongekende hoogte en de mensen in het wiel hebben relatief minder voordeel van de fietsers voor hen. Bas kwam hier al snel achter, maar zijn doorzettingsvermogen zorgde ervoor dat hij, al blazend en sissend, het redde tot Heijningen. Daar maakten we de afspraak we splitsten en dat Bas en ik samen naar d’n Elsakker zouden rijden om ons daar weer te voegen bij de rest van de groep. Zo gezegd zo gedaan.
Bij d’n Elsakker aangekomen was het weer een drukte van belang, maar als vaste klanten en vrienden van d’n Elsakker konden we natuurlijk direct plaatsnemen.
Via de app was het Peter Broeders ook niet ontgaan dat we in de Elsakker zaten en dus zag hij zijn kans schoon om zijn wielervrienden in de kroeg op te komen zoeken. Ook Annie was erbij en dat deed ons allemaal veel goed, niet in de laatste plaats Annie zelf. Tof dat jullie er waren!
Tot volgende week, dan zijn Chris en John weer terug van het vakantiereces. Afgaande op hun Strava-activiteiten hebben ze niet veel gefietst, dus dat gaat afzien worden.
Volgende week is Sander er ook weer bij en ik voel nu al dat ik komende zondag superbenen zal gaan hebben, dus dat wordt lachen…
Mazzel,
Thais