De op een na laatste tocht van het seizoen is weer aangebroken. Volgens de kalender zouden we eigenlijk een rondje Stad Parijs doen, maar omdat we met kersverse vader Jan-Willem op het terras te Geertruidenberg hadden afgesproken voor de koffie met wat lekkers werd de route omgelegd. Nog steeds zouden we 80 km rijden, maar nu door de polders van Altena.
Bij de sport wordt de route eigenlijk nooit afgestemd op het weer, maar met windkracht 5 uit het westen moest ik toch even achter de oren krabben. Daarnaast zou het ook nog nat worden dus het zou werkelijk een bende gaan worden in de polders waar het oogstseizoen in volle gang was.
Zondagochtend zag het er buiten zo guur uit dat ik me enigszins gerust kon stellen met de gedachte dat we toch geen sportgroep zouden gaan hebben en dat ik prima met mijn oude regenfiets met de rest mee zou kunnen.
Bij het gemeentehuis stonden echter toch nog 2 sporters (Gerben en John) en 2 gastrijders te wachten. 1 van de gastrijders was Kenzo, de zoon van Gerben en de andere gastrijder was Marc de Peijper, een oud-lid die sinds kort zijn fiets weer van de wilgen gehaald heeft.
Hmmm, deze opkomst had ik me toch niet zo voorgesteld en ik had een beetje spijt dat ik mijn goede fiets niet mee had genomen, want ik wist dat het met Kenzo wel eens hard kon gaan.
Via Geertuidenberg werd met de wind in de rug naar het westen gereden. De snelheid kon iedereen goed aan, maar het was wachten tot de wind vat op ons kreeg. Dit gebeurde dan ook vrij snel op de polderweg van ’t Veer richting Keizersveer.
Kenzo ging op kop en de waaier ontstond direct. Net op dat moment wilde Marc een gesprek met mij aanknopen, waarschijnlijk was hij even vergeten dat er bij de sport geen gesprekken gevoerd worden, want het gevolg hiervan was een flink gat, dat ik direct dicht moest rijden om erger te voorkomen.
Tot de Keizersveersebrug was het even pittig en na de burg werd duidelijk dat Marc er niet meer bij was. Zoals gebruikelijk werd er op hem gewacht, maar dit was tevergeefs want we zagen geen Marc meer. Jammer, volgende keer beter.
De weg werd vervolgd via de Midgraaf die als een ruggengraat door het land van Altena trekt. Hoewel ik verwachte dat dit zeker een modderboel zou worden, bleek de weg compleet schoon te zijn. En met de wind in de rug is het dan heerlijk fietsen. Het ging echter wel wat langzaam, want zelfs een mountainbiker kon in ons wiel mee.
Dat kon natuurlijk niet en de snelheid werd opgevoerd waardoor de mtb’er al snel kraakte.
Onder aanvoering van Kenzo kwamen we al snel in Wijk en Aalburg aan, waar we ons moesten onderwerpen aan de wind die vol vat op ons had op de dijk aldaar.
Toch moet ik zeggen dat we vrij goed op snelheid bleven.
Bij Sleeuwijk kregen we toch nog een bui op ons hoofd en trok de wind nog eens extra aan. Het waren even barre momenten, waarin je altijd de ware helden op ziet staan. In dit geval was dit Gerben die ons kilometers lang door de wind trok. Chapeau Gerben, erg sterk gereden.
De anderen moesten afzien. Kenzo had last van zijn rug en ik zelf had slechte benen en verlangde naar mijn normale fiets.
Bij Raamsdonksveer werd uiteindelijk afscheid genomen van John. Geen terras dit keer, want iedereen was moe, nat en koud.
Zoals gebruikelijk deze rit nam Gerben weer de kop richting Made en aldaar aangekomen was ik blij weer thuis te zijn en een lekker warme douche te pakken.
Bedankt weer.
Thais.