Het was een druk paasweekend: op zaterdag morgen een rit, ’s avonds het feest van Chris, en Maandagochtend weer een rit. Ik heb dit weekend daarom maar bestempeld als een mini‑3‑luik. Het waren drie dagen plezier én afzien.
Gisteren (net als deze ochtend bij de start) was het mistig, en de luikjes bleven vrijwel de hele dag dicht. 😴 Het feestje van Chris had bij iedereen sporen nagelaten, vooral op dag 2. De vraag was dan ook: wie staan er aan de start en in welke hoedanigheid?
Ik zag een groep Zombies staan, namelijk John, Twan, Jetlag‑Jan‑Willem, Sander, Martien en Chris. Laatstgenoemde was de laatste tijd niet geheel fit, maar na het verorberen van de van zijn teamgenoten gekregen fruitmand 🍌🍋🍊🍍🍐🍎 en enkele shotjes slagroom fietst hij weer ouderwets fris en fruitig rond. De vitamines en de tropische gedachten 🏖 gaven hem duidelijk weer power.
Voor vertrek werd nog even overlegd over de te rijden route. Onze (smerig hard rijdende) Sm…

Agent Thais had de GPS in de app gezet, maar door de vele wegwerkzaamheden klopt die niet altijd. John loodste ons door de Beethovenlaan in Raamsdonksveer, waar de eerste wegopbrekingen waren.
Thuis had ik een rit‑risicoanalyse gemaakt: 30 km zijwind mee, 35 km wind mee, en tot Fort Lunet wind tegen. Niet dat het de andere sportkleppers wat uitmaakt waar de wind vandaan komt—de meesten gaan tegenwind net zo hard als meewind. Bizar eigenlijk.
Bij de Bergsche Dijk aangekomen bleek dat ze daar de bovenste asfaltlaag hadden weggehaald. Daardoor kregen wij allemaal een vibrerend gevoel in ons lijf ook steeg de kans op lekrijden aanzienlijk.
Net nadat we de Slijkwellsedijk opdraaiden, had John lek. (Ter vergelijking: vorig jaar zaten we deze tijd al op zo’n acht lekke banden.)
Nu hadden we wind mee. Het was niet al te druk op de slingerdijkjes, wat ons een vrijbrief gaf om de turbo’s aan te zetten. En als Sander op kop zit, zet je dan schrap: hij gaat onder in de beugel, trekt zijn oren in en neemt een aërodynamische houding aan. Dan zie je z’n gespierde nek en weet je wat er komen gaat: kilometerslang sleurt hij op kop. Samen met kapitein Martien nemen zij de meeste kilometers voor hun rekening. Ook het jongste lid, JW, is alweer snel in vorm ondanks zijn jetlags. Ik vind ‘jetleg’ met een ‘e’ dan ook een mooie titel voor hem—vrij vertaald: straaljagerbenen.
Even op Strava gekeken: tussen Nederhemert en Poederoijen 35 km met een gemiddelde van 38 km/u. En dat met al die bochten!
Twan scoort punten met zijn uitspraak: “Mijn kuiten klappen door mijn beenstukken heen, ik doe ‘t bijna in m’n broek van angst.” Gelukkig moest John bij de Wilhelminasluis een plaspauze inlassen om zijn eigen sluis te openen.
De rest kon even van het geweld bijkomen.
We gaan langs Werkendam: het laatste, en wat ik dacht het lastigste stuk viel reuze mee. De samenwerking was super; iedereen kon goed mee.
Natuurlijk is er een nazit—dit keer bij Fort Lunet. Het feest van Chris wordt nog eens besproken, en vooral hoe leuk het was.
Ook werd er nog even opgeschept over onze (en andere) afgetrainde lichamen. Daar hadden we weer een nieuwe spreuk voor:
“Van achteren komen we net uit het lyceum, maar van voren zijn we pronkstukken uit het museum.”
Op het terras scheen bij aankomst de zon, totdat Twan zijn beenstukken uittrok. Door de weerkaatsing op zijn witte kuiten maakte de zon een terugtrekkende beweging. Dan maar zonder zon onze kapitein in het zonnetje zetten!
Martien is al jaren de stabiele factor in de sportgroep. Hij weet overal de weg, let op iedereen en doet iedereen pijn. Kortom: he is “THE ONE.” Komende week is hij jarig, en daar hoort een cadeau bij. Door zijn betrouwbaarheid, snelheid en power kwamen we uit op een Porsche.

Martien, veel plezier ermee, een fijne verjaardag en bedankt voor de traktatie!
Het was een mooi paasweekend.
Groeten van Erik 👊