Op zaterdag werd er over de Sport-app alweer druk gediscussieerd over de te rijden route. Wegens omstandigheden werd de Kempenroute niet gereden. Hiervoor in de plaats kwam een rondje over Meerle. Uit Martiens koker.
Vandaag bij het ontbijt las ik echter het overlijdensbericht van Jan, iets dat de te rijden route plotsklaps totaal niet meer relevant maakte.
Direct na de het slechte bericht stroomde de condoleances binnen. Hoewel iedereen wel wist dat Jan zou komen te overlijden, was het bericht toch wel voor velen min of meer onverwachts en kwam het hard binnen, zeker ook omdat ieders gedachten op de zondagochtend toch al bij de WTC zijn.
Het zal zeker toeval zijn dat Jan op een WTC-ochtend heen is gegaan, maar toch bekroop mij het gevoel dat dit misschien niet zo was. Jan was een WTC’er pur sang en de zondagochtend was voor hem in principe heilig en totaal toegewijd aan de clubrit. Dit kwam treffend naar voren toen hij, ondanks al zijn (medische) malaise toch dit jaar de leiderstrui aan kon trekken. Dat hij op deze, voor hem “ heilige dag,” is overleden is daarom op z’n minst opmerkelijk te noemen
Een kwartier na het overlijdensbericht stond ik, zoals veel andere WTC’er bij het gemeentehuis. Sommige leden spraken een beetje met elkaar, maar de meeste staarden stil voor zich uit, nog verdoofd door het slechte nieuws.
Om half 9 nam Ad het woord en vroeg om een kleine stilte. Nu sprak niemand meer en was iedereen stil en met de gedachte bij Jan.
Toch moest er gefietst worden, terwijl eigenlijk niemand hier echt zin in leek te hebben. Met de woorden: “Nou dan moeten we toch maar een stukje gaan fietsen” hesen de meesten zich op de fiets, om vervolgens met de eigen groep de geplande route te gaan rijden.
“Voor Jan!”, was een veel gehoorde kreet bij vertrek.
De Sportgroep was met 8 leden, te weten; Frans, Gerben, Jan-Willem, Sander, John, Martien en de jarige Twan. Hoewel in het begin nog rustig werd gefietst, gaf Sander er een klap op bij Dorst. Later in de rit zagen we Sander echter steeds minder van voren. Wie al helemaal niet van voren werd gezien was John. John z’n hoofd stond niet naar sportief afzien en dat nam niemand hem kwalijk. Solidair dat we zijn spraken we af dat we wind tegen niet boven de 35km/h zouden komen en dat we John zoveel mogelijk uit de wind zouden houden. Dit gebeurde dan ook.
Rond ’t Zand werd er begonnen met draaien. Dit werkte prima en sneden zo prima door de straffe wind, waar af een toe ook nog een drupje tussen zat.
Net voor Prinsenbeek zagen we dreigende wolken hangen, waarop Twan besloot om maar even dwars door Prinsenbeek heen te rijden, zodat we verzekerd waren van een nat pak voordat we bij d’n Elsakker aan de koffie konden. Dit gebeurde dan ook, want op de Brielsedreef viel het met bakken uit de lucht en waren we vrijwel direct doorweekt.
Bij d’n Elsakker aangekomen geneerden we onszelf een beetje om met zo’n nat pak binnen te komen. Maar dit was echter geen probleem want de stoelen waren niet gestoffeerd. Dit was met opzet gedaan, omdat de gemiddelde leeftijd van de clientèle dermate hoog is dat een natte stoelzitting wel vaker voorkwam…. Met een ongestoffeerde houten stoel zit je dan ook maar het veiligst. Desalniettemin moest ik van Frans toch om een krant gaan zitten. En als Frans het vraagt dan doe je dat gewoon.
Aan tafel werd uitgebreid stil gestaan bij Jan’s overlijden. Hoewel Jan slechts beperkt met de Sport meereed, hebben we wel leuke ritten met elkaar gereden. Zoals een tocht naar de Proloog van 220 kilometer. Onderweg, vlak voor de Proloog, kregen we nog een gigantische regenbui op ons hoofd, waardoor we doorweekt onze koffie met appeltaart moetsen nuttigen. Hoe treffend is die vergelijking met de kletsnatte kleding nu in d’n Elsakker…
We konden ons nog herinneren van die rit naar de Proloog, dat Jan het steenkoud had door zijn natte kleding. Maar dat deerde hem niet, hij genoot van de rit en van de prachtige omgeving, in casu de Veluwe. Dit maakte hem dan ook een echte tourrijden. Lekker doorfietsen, maar wel nog kunnen genieten van je omgeving. Maar sportief fietsen kon hij ook, vaak door zijn taaiheid liet hij menigeen versteld staan. Bij het gravelen was dit ook altijd goed te zien. Jan was feitelijk een van de eerste met zo’n gravelfiets. Mede door zijn enthousiasme heeft hij veel andere leden ook aan het gravelen gekregen. Iets wat tot de dag van vandaag zichtbaar is en wat ervoor heeft gezorgd dat een groot deel van de WTC nu ook erg actief is in de winter.
Jan was in onze ogen echt een clubicoon. Met zijn magere lange gestalte was hij voor iedereen direct herkenbaar en met zijn zachte persoonlijkheid een geliefd man. We zullen hem enorm missen.
Jan, rust zacht!
Namens de gehele sport-groep
Thijs