Bij het oude Gemeentehuis zie ik Jan Sestig staan. Voelt vertrouwd, maar is toch wel een hele tijd geleden dat wij hem in de gelederen hadden. Hij sluit bij de Trimgroep aan.
Onze sportgroep is vandaag niet zo groot. Vijf man slechts.
Frans heeft afgelopen tijd veel last van eikenprocessierupsharen dus vraagt om een rondje zodat we die kunnen ontw-eiken.
Martien weet wel wat. Hij heeft inderdaad de begroeiing langs de wegen goed bestudeerd. We beginnen al met het ontwijken van de Hellekantsedijk. We rijden naar de rotonde van Wagenberg en dan rechtsaf. Maar niet door de polder, nee weer terugdraaien richting Hooge Zwaluwe en door naar Lage Zwaluwe. Ik let op de bomen langs de weg. Ik zie veel Essen, Wilgen , wat Esdoorns. Zo gaan we richting Moerdijkbrug. Martien stuurt ons de Biesbosch in maar geeft meteen aan dat we niet tot “Kop van Het Land“ zullen rijden, hij heeft afgelopen week gezien dat daar heel veel bomen met rood-witte linten staan.
Daar moeten we dus wegblijven. Dus eerder dan gebruikelijk gaan we linksaf om zo weer op de Zeedijk te komen. Richting Kiltunnel dan. Veel bomen daar maar volgens mij van de goede soorten. Na de Kiltunnel zetten we via ‘s Gravendeel koers naar Puttershoek.
We maken een rondje door de Hoeksewaard. Om bepaalde bomen te vermijden, pakt Martien veel dorpen. In de Hoeksewaard houden ze meer van paaltjes op de weg dan van wielrenners. Niks voor ondergetekende, ik durf dan niet kort in het wiel te rijden dus verspil behoorlijk wat extra energie t.o.v. Martien, Thijs en Johan, die hebben wat meer lef. Frans is ook voorzichtig. Buiten de dorpen sluiten we weer goed aan.
Het is een groepje dat hard kan rijden. Behoorlijk hard voor een “oude opa” merkt Frans op. Die “snotapen” blijven gaan.
We komen weer terug bij de Kiltunnel, Frans en ik moeten even passen maar er wordt keurig even gewacht. Langs de Dordtse Kil rijden we naar het zuiden. Wind eindelijk een beetje in de rug. Ik zit net te bedenken dat we zo wel vroeg thuis zijn, maar Martien heeft dat ook al berekend en rijdt na de Moerdijkbrug weer terug naar het dorp Moerdijk en zo richting Rode Vaart, dat scheelt weer een paar kilometer. In Zevenbergen stuurt hij door het dorp en rijden we richting Prinsenbeek. Wind blijft goed maar ik weet al dat we vanaf de Elsakker weer even wind tegen krijgen. Dat is pittig. Gelukkig komt Thijs voor me rijden en daar kun je goed achter wegkruipen.
Vlak voor Wagenberg moeten Frans en ik toch even de rol loslaten.
“De snotneuzen” wachten weer even en zo rijden we met precies 90 kilometer op de teller het dorp in. Volop actie aldaar want het is “Bruisend Made”.
Anneke komt 5 minuten na mij thuis. Ook mooi op tijd want met dit weer is het toch een genot om in de tuin te zitten (zonder rupsen).