Maandelijks archief: mei 2024

De tour naar Den Bosch en via Bokhoven retour

Vanmorgen toen ik opstond, was het al wat warmer dan gisteren. Van gisteren kan ik zeggen het was in één woord TOP. Fijne rit en een dito groep en alles goed georganiseerd. Diegene die thuis zijn gebleven, hebben echt wat gemist. Maar genoeg hier over.
Na de rit over de Maasvlakte had ik nog een aardig programma. Eerst naar mijn jongste zus die 72 werd. Vervolgens gaan zingen voor de mis en in tegenstelling tot de verwachting was het best druk. Hierna nog even op kraamvisite in Gemonde bij een neef van ons. Daarna op tijd naar bed, want Europapa lag uit de race en eigenlijk is het songfestival alleen een gebeurtenis voor gekke fratsen.
Nu naar vandaag; Moederdag 2024.
Mijn eigen moeder is al ruim 30 jaar geleden gaan hemelen en mijn schoonmoeder heeft 3 jaar geleden het aardse voor het hemelse omgeruild dus wat dat betreft weinig Moederdag gedoe vandaag.
Als ik om half zeven op de app kijk, zie ik dat Leo gelezen heeft dat ik goed acht uur bij hem zal zijn.
Bij aankomst op het Ruiterspoor bewonder ik zijn bouwwerk voor de overkapping van zijn terras. Hierna zetten we koers naar de May via de bromtol en dan achter de kassen door rijden we naar het oude gemeentehuis. In de Adelstraat worden we ingehaald door Wim ten Haaf, die heeft er duidelijk zin in.
Op het plein staat al een grote groep te wachten, ook de hoffotograaf van de WTC is al aanwezig om e.e.a. op de gevoelige plaat vast te leggen. Gisteren hebben we in de auto bij Ad besproken dat we vandaag de route Den Bosch van Flip zullen rijden. Aanvankelijk dachten we nog in de richting van Goirle maar gezien de windrichting leek dit ons beter.
De sport rijdt vandaag niet dus aan boord van het tourpeloton vele sterke kleppers.
We vertrekken richting Den Hout, hier gaan we over de Heuvel West, die rijdt dus voor geen meter maar Flip en Ad geven meteen flink gas en de rest stuitert er achteraan. Al snel rijden we via de Bergsebaan en de Vraggelsebaan naar Oosterhout om vandaar via de Hoevestraat en de Ketenbaan naar Steenovensebaan verder te stuiteren naar het Halve Maantje. Ondertussen wordt de kop overgenomen door sterke mannen als Leo, Wim, Ad van Dongen, Frans en Adrie. Op de Vierbunderweg in Dongen waag ik me ook een keertje op kop omdat gisteren de beentjes niet tegenvielen. Op het moment dat ik met Wim over de klinkers hier rij, hoor ik LEK. Het blijkt Ad van Dongen te zijn die dit jaar al een keertje meer pech heeft gehad. Ik krijg nu de gelegenheid een foto te trekken en om te zien wie er allemaal ons peloton vullen.

Dat bestaat vandaag uit: Ad en Anneke van Wesel, Peter B, Ad v D, Wim ten H, John H, Frans M, Flip, Erik & Leo S, Peter V, Adrie V en de burgemeester van Ter Aalst.
Nadat de band vervangen is, rijden we verder over de klinkers naar de Moer.

Om van daar via Loon op Zand en de rustende Jager richting Cromvoirt te rijden. Op het terras bij de Rustende jager is het nu nog rustig maar ik denk dat het er de komende uren weer drukte van jewelste zal zijn. In Cromvoirt wil Leo nog een stukje gaan gravelen maar hij ziet er gelukkig toch tijdig vanaf.
Op de Deuterstraat als o.a. John H. op kop zit, dreigt men de zaak op de kant te zetten als we met wat zijwind richting de Moerputten rijden. Gelukkig schuift alles weer in elkaar en kan ik eindelijk even een banaantje eten. In Den Bosch draaien we richting Vlijmen. Hierbij passeren we het woonwagenkamp aan de Vlijmenseweg. Een aantal van de renners kijken de ogen uit naar de “woonwagens” die daar gebouwd zijn. Complete villa’s en ergens zal er wel een wiel in de tuin liggen denk ik dan.
We gaan over de A59 en rijden Vlijmen binnen. Hier nemen we zoals gebruikelijk het slechte klinker weggetje buiten om. Om vervolgens richting Bokhoven te rijden. Eenmaal op een fijne asfaltweg gaat het gas er weer op en is het zaak om je goed te positioneren. Het valt mij nu op dat Peter V. wel erg gemakkelijk rijdt terwijl hij niet de fiets met ondersteuning bij heeft. Waar het aan ligt weet ik niet maar hij rijdt als een jonge god. Bij Herpt kiezen we weer eerst een hobbelig fietspad om hierna het betere fietspad richting Oud Heusden te nemen. Via Heesbeen gaat de rit verder richting Doeveren om vervolgens de lekkere bochtjes bij het gemaal te nemen. Leo oppert om plat door de bochten te gaan zoals hij met zijn motor op het circuit doet. Echter wij hebben wel trappers die het feest kunnen verstoren, ik probeer in ieder geval niet met de knieën het wegdek te raken. Gejaagd door de wind gaat het richting de Overdiepse polder.

Hier maak ik nog een selfie met John voor het verslag.
Als we via de brug over het Oude Maasje richting Waspik rijden, probeer ik een gat dicht te rijden maar merk dan dat de beentjes toch niet meer zo goed zijn als ik dacht. Ze lopen nog een keertje goed vol als we de A59 opnieuw oversteken. We rijden langs Raamsdonk en onder het Veer door richting Geertruidenberg naar de Centraleweg als ik achter in de groep plots iets hoor. Het blijkt Flip te zijn die een ketting van mindere kwaliteit in tweeën trapt. Nadat het euvel verholpen is, heeft Leo een tip. Hij heeft van zijn motorfiets nog wel een reserveketting voor Flip.
Op de brug over de Amertak is het goed dat er wat fietsers op de pad zitten, hierdoor kom ik niet meer in het rood. Bij de Meerpalen ontbindt de groep zich grotendeels. Ad van Dongen rijdt nog mee tot den Hespelaar zodat hij ook aan de 100 km komt. Met Peter B. en Leo rijden we nu verder over de Heuvel en nemen nu de asfaltzijde van den Heuvel.
Na die twee goede dag gezegd te hebben rijd ik met 110 km op de Garmin Ter Aalst op.
Lekker gefietst en nu verder toch nog een beetje Moederdag vieren.

Groeten van Ter Aalst.

Bramentocht

Thijs heeft voor de Sport voor het seizoen een mooie kalender gemaakt. Daarbij kon iedereen aangeven welke ritten je erop wilde hebben en of je wegkapitein kan zijn voor die rit. Bij het delen van de kalender stond er bij mij de Bramentocht op. Die had ik niet ingediend, maar Thijs had mij deze ritnaam gegund na een duikeling met de gravelbike in een bramenstruik ergens in het voorjaar. Eens kijken wat ik daarmee kan?

Het werd een rondje Leerdam, hier zijn toch de meeste kansen op bramen dacht ik.
In de ochtend vroeg ik mij al af of we wel zo’n grote groep zouden gaan hebben deze keer.
Dat bleek gelukkig wel het geval en zo gingen we op pad met Erik, Flip, Chris, Twan, Curt, John en ik.
Een mooie groep en leuk dat Curt op zo’n doordeweekse feestdag ook meekan. Alhoewel feestdag, Hemelvaart…ik moest het even opzoeken, maar we vieren dat Jezus is opgestegen naar zijn vader in de hemel. Verder waag ik mij maar niet aan dit onderwerp aangezien er al genoeg onrust is in de wereld momenteel.

Waarbij het in het begin nog wat fris was, bleek de temperatuur buiten en van binnen aardig snel op te lopen. Nog voordat we in Geertruidenberg waren, had ik mijn armstukken toch maar afgedaan. Sowieso een zonnige dag om gebruinde fietsarmen te krijgen. Ik had mijzelf voorgenomen dat het voor iedereen een prettige rit moest worden om te fietsen. Als leider ben je dan geneigd om veel op kop te rijden (ik in ieder geval wel) om ervoor te zorgen dat de snelheid constant blijft. John was zo blij dat alles op zijn fiets bleef zitten en dat hij geen lekke banden had. Dat betaalde zich uit in kopbeurten van een hogere snelheid. Demonstratief liet Flip een gat vallen. Gelukkig kijkt John regelmatig achterom (niet) om te zien of iedereen er nog aanzit. John nam wat gas terug en zo reden we verder over onze route. Net over de brug bij Hank passeerden wij de Trim, waarbij Piet zijn fluitje ervoor zorgde dat we hen moeiteloos konden passeren.
Via de Peerenboom richting de Korn bij Dussen waar het mooi fietsen is over de dijk. Hoewel de snelheid er best goed in zat, kreeg ik terug dat iedereen het goed vol kan houden zo. Twan en Chris pakten lange kopbeurten. Twan zei later nog tegen mij; “Het is net alsof dit veel makkelijker is nu je de week ervoor ruim 200 kilometers hebt gefietst”. Dat gevoel had ik ook, maar wist eveneens dat we nog maar net begonnen waren.

Via Sleeuwijk gingen we bij Gorinchem de brug over. Wederom in een constant tempo zag ik dat iedereen kon volgen. Curt is een sterke fietser, maar met bruggen kan hij nog wel eens terugzakken, dat was nu zeker niet het geval. Iedereen pakte zijn kopbeurten en sommigen wat langer dan anderen. Dat zorgt ervoor dat we allemaal lekker fietsen en elkaar helpen waar nodig.

Nadat ik ons door Gorinchem had geleid, reden we langs het water richting Arkel. Het blijft een mooie omgeving en het is heerlijk fietsen met het uitzicht langs de Linge.
Nauwelijks wind en waarbij ik vooraf dacht dat dit wel de periode van bloei van de bloesem zou zijn, waren we daar achteraf gezien te laat voor. Over de brug bij Leerdam had ik een weg meteen rechts gezien, maar die is niet voor herhaling vatbaar. Een smal fietspad met die snelheden, dat is niet zo handig.
Door Heukelum rij ik op kop aangezien ik zelf ook even goed moest kijken om weer terug te komen langs de Linge. Dat ging allemaal goed en John en Twan voerden het tempo nog eens op.
Het was mooi dat Flip er ook bij was. Die had de week ervoor net zoveel gewandeld als de meeste mensen in een paar maanden doen. Heel knap en geweldig fit is hij nog altijd. Erik reed goed mee en zorgde ervoor dat hij zeker zijn kopbeurten pakte, maar niet te lang. Dat vindt iedereen prima en zo is hij heerlijk meegegaan heel de route.

De bedoeling was om terug te gaan via Schelluinen, maar er was een brug afgesloten die deze route blokkeerde. Bij mijn vraag aan Chris om via een andere brug verderop naar de route te fietsen, werd niet heel enthousiast gereageerd door hem. Liever hetzelfde stuk even terug dan een nog langere route..haha. Chris is zo sterk, maar deze paar kilometers extra zag hij niet zitten. Later begreep ik waarom en dat was omdat hij het nog druk had met bierdrinken in Den Hout op de Jaarmarkt (dat was ook leuk, al lag deze finish iets te ver…).
Richting Werkendam gingen we kop over kop langs de Merwede. We hadden nog zo’n 25 kilometer te gaan. Uiteraard riep Twan: “Er zit toch nog wel een koffie in leider?” Uiteraard, ik ben daar eveneens een groot fan van. Aangekomen in Raamsdonksveer zijn we gestopt bij Fort Lunet. Nu zijn wij bij D’n Elsakker al een bekend gezicht, maar hier worden we ook al herkend. Het vertrouwen in ons is zo groot dat we zelf de slagroom op de appeltaart mochten doen. Nadat Erik eerst nog heel subtiel wat slagroom erop deed, vonden we dat toch echt te weinig en werd de appeltaart bedolven onder de slagroom. We praatten over van alles en de conclusie was dat we lekker gefietst hadden.

Om alle calorieën meteen maar weer te verbranden, zette Twan aan voor het laatste stuk. John sloeg af naar zijn hometown en ik trok nog een keer de brug omhoog. Het was een stuk lastiger fietsen, want het fietspad was gevuld met mensen die van het mooie weer aan het genieten waren. Dat hebben wij zeker ook gedaan en we kijken terug op weer een mooie rit samen. Op naar huis en daarna naar de Jaarmarkt, waar ik nog veel wtc-leden ben tegengekomen.

Gerben

Tour “Rondom de Maas”

Op deze mooie Hemelvaartsmorgen staat een WTC klassieker op het programma.
“Rondom de Maas” was een aantal jaren de tourtocht die WTC Made organiseerde om de kas wat te spekken. Maar de laatste jaren (ik schat zo rond 1995) kwamen er maar goed 100 deelnemers meer aan de start en het was heel veel werk want toen moest je een tocht nog uitpijlen…. Nu stuur je gewoon een GPX rond. Dus dat was einde WTC tourtochten voor derden. Maar het blijft een mooie tocht en met zuidoosten wind de juiste richting voor vandaag.
Aan de start is het best druk. We gaan in 4 ploegen rijden, dus het is even afwachten wie er dan mee komt als ik roep “De Tour vertrekt!” Ik rij met Hans al bij de Rabobank oftewel residentie “de Dragonder” als ik eens even kijk… dat zijn er niet veel. Maar het blijkt dat een aantal mensen nog stond te pitten want even later hoor ik dat we even rustig aan moeten doen want er komen er nog een stel….
Uiteindelijk rijden we met een mooi groepje van 11 de bebouwde kom van de May uit.
Ik voel me wel thuis bij zo’n raad van 11 achter elkaar in polonaise.
We touren om dun Berg en ut Veer heen, door de polder naar de brug over ’t Keizersveer. Daar komen we gelijk aan met de TT die met een leuke groep op weg zijn en iets korter willen rijden dan wij zo te merken. Na de brug richting Peerenboom laten we de TT-ers achter ons. Er staat echt weinig wind en de zon schijnt, lekker zo, eindelijk echt lenteweer. Qua aankleding is het nog duidelijk geen zomer want ik zie van alles: korte broeken, knie, zomershirts, wintershirts, zelfs windstoppers. De een is nou eenmaal wat meer een koulijder dan de ander.
We rijden de welbekende route tot de brug bij Heusden en dan verder richting Hedel maar wel over de dijk bij Well. Wie goed zat, kon genieten van het kasteeltje aldaar.

Uiteindelijk in Hedel zijn we op het keerpunt en logischerwijze moet je dan over de Maas, dus over de brug. Ik zie dat we geluk hebben, want de fietspaden over de brug zijn vanaf 13 mei afgesloten, dan hadden we terug gemoeten. Nu niet, we gaan er over en dan aan de zuidkant weer richting het westen. Helaas is de wind toch wat meer zuidelijk dan ik dacht, dus we krijgen hem niet echt mee. Maar we hebben genoeg goede kleppers om dat op te lossen. De traditionele stempelpost van de tocht zat in café het Veerhuis net voor Bokhoven, dat staat er nog. Maar ook dat is niet meer nodig. Met Strava kunnen we gewoon bewijzen dat we daar langsgekomen zijn. Peter Verhagen haalt herinneringen op van de vele stops die hij daar gemaakt heeft met het illustere clublid Stan Joosen.  Een geweldig wielertalent (zei zelfs Jan Jansen) maar dat werd pas ontdekt nadat Stan zijn pensioen en met 65 jaar is dat ietwat laat om er nog wat anders mee te doen dan bij WTC fietsen, en tussendoor dus rondjes met koffiestop met Peter.
Na Bokhoven gaat het via Hedikhuizen, Herpt en langs Oud Heusden. Ik denk nog even dat het misschien leuk is om over de kinderkoppen in dat mooie vestingplaatsje te rijden, maar doe het toch maar niet. Sommigen houden niet van dat gestuiter en het hoort ook niet bij de originele route.
Net voor de Heusdense brug halen sommigen opgelucht adem…. Ze zitten weer op een bekende route naar huis. Even hebben we nog oponthoud voor de brug over het kanaal naar de Waalwijkse haven. Heel even maar, nog geen tijd genoeg voor een plaspauze, we moeten door. We hebben voor de brug een paar fietsers ingehaald die stonden te wachten. Die hebben er zin in en eentje is behoorlijk sterk. Wij proberen ons karretje aan te pikken maar dat valt nog niet mee. Ze gaan steeds harder, maar ook wij hebben er zin in en zijn met een goede groep want we gaan vlot allemaal mee. Tot Waspik blijft het tempo hoog en dan slaan de mannen af naar Raamsdonk. Wij gaan richting dezelfde weg die we gekomen zijn. Het blijft vlot gaan en zo zijn we met 89 kilometer op de teller ruim voor half twaalf thuis. Ook fijn: kopje koffie in de tuin, laat de zomer maar komen, dit bevalt wel.

Ad van Wesel

West-Brabant Tour

Deze Bevrijdingsdag/zondagmorgen staat een bekende rit (voor mij althans) op het programma: De West Brabanttocht. Vroeger een bekend rondje dat vaak gereden werd vanuit Nispen, maar nu goed voor 125 km vanuit de May waar ik ondertussen langer woon.
De Sport is al vertrokken voor een lange snelle tocht. De Trim staat ook aan de start en krijgt een paar TT renners mee. Uiteindelijk tel ik 9 WTC-ers die met mij vertrekken richting het westen. Deze keer moet ik helaas iets doen wat ik altijd probeer te omzeilen… we moeten langs stoplichten in Zevenbergen. Gelukkig staan ze wel op groen dus kunnen we gewoon doorrijden. De fietsbrug wordt gemist!
Vandaar door de woonwijk en over het bruggetje langs de noordkant van de Mark. Erik had zijn navigatie ingesteld met de vorige keer dat we de tocht reden, dat ding sputterde flink tegen tot bij Oudenbosch waarna het ding de route weer herkende. Ook bij Stampersgat was een kleine afwijking van de route want ook daar was een stukje weg open. Dat had ik vorige week al gezien maar daarna liep de route gewoon volgens plan, zelfs als later bij Landgoed Mattemburgh in Bergen op Zoom een bord staat dat je er niet door kunt. Maar daar zijn we nog niet.
Hans zit ondertussen naast me op kop te hoesten en proesten. Het gaat maar niet over, maar hij rijdt nog super, wat gaat dat wel niet worden als het over is straks? Zo komen we op de 100 dagen ziekte, oftewel Kinkhoest. Komt veel voor en heeft deze symptomen… en duurt dus lang. Ik zeg tegen Hans dat zon goed is voor hem en dat ik hoop dat hij dat snel volop krijgt…. dan heb ik het zelf ook.
Ondertussen fietsen we via Kruisland richting Moerstraten. Verschillende koptrekkers melden zich voorin, dus dat gaat goed. In de verte zien we heftige regen; boven Wouw valt het met bakken naar beneden en recht vooruit zit ook alles dicht. Dat ziet er niet goed uit denk ik. Maar na een paar keer links en rechts blijkt dat we zowaar om de buien heen rijden, soms over natte wegen. Da’s geluk hebben en daardoor rijden we ook niet lek, en dat kan ook anders las ik ergens.
Rijdend door Moerstraten vertelt Ad van Dongen dat hij daar wel eens winnend over de meet gegaan is. Toch mooi zo’n goede fietser erbij en hij begint ook meteen gemotiveerd mee op kop te rijden, lijkt wel 40 jaar jonger door dat plaatsnaambordje.
Via mooie bosdreven komen we op ons verste punt met 2 klimmetjes; de Vossenberg in BOZ en de Rijzende Weg in Woensdrecht. Als je daar op te zwaar verzet aan begint, zijn die pukkeltjes toch even taai. Erik van der Hoeven pakt de bolletjespunten met gemak. Nog wat meer op en neer gaat het richting Hoogerheide. Hier heeft Mathieu leren fietsen moet je maar denken.
Na dit punt krijgen we het beetje wind dat er is, in ieder geval van achter en zo komen we vlotjes in Nispen aan. Uit de wind in het zonnetje genieten we van de koffie met appeltaart. Ik vraag Ad of hij ook in Nispen gekoerst heeft. Hij zegt “Ja”, maar wil daar verder niet over praten…..   
Altijd grappig want er zijn altijd wel bekenden op het terras. Een andere fietsclub komt aanrijden en sluit ook aan op het terras van Tivoli. Opeens zit ik naast mijn broer die bij de Nispense Trappers zit.
Hij is bijna thuis maar wij moeten nog 50 kilometer verder.

Via Schijf achter Sprundel door, komen we op bekend terrein voor iedereen.
Via het Mastbos gaan we huiswaarts naar Made. Met 128 kilometer op de teller parkeer ik mijn fiets.
Hij ziet er uit of we in de stromende regen gereden hebben, maar dat is gelukkig niet zo. Het was eigenlijk schitterend fietsweer en iedereen heeft knap gereden.
Nu snel poetsen en aan het werk met een 5 gangen aspergediner om de calorieën weer aan te vullen.

Ad van Wesel

A beautiful day – sport

15.30 uur Terras De Droom, Langeweg
Voldaan van een ritje Renesse zaten we heerlijk in het zonnetje, onder het genot van een koud pilsje te genieten van onze tocht. Wat was het toch een mooie dag geweest en wat hebben we toch lekker gereden, zonder ook maar een centje pijn…
Napratend over de rit passeerden alle 225 kilometers nog eens de revue. Waar de prachtige fietsdag eindigde in majeur, begon 9 uur eerder toch wat meer in mineur.

07.00 uur Bakkerij Curt vd Westen, Made
Vandaag zou de monsterrit van 225 kilometer naar Renesse op het programma staan. Vorig jaar werd deze voor het eerst toegevoegd aan de kalender en waren wij gastvrij onthaald op het vakantiehuisje bij Curt in Renesse.
De rit zou de analen in gaan als “de hel van Renesse” omdat de 4 deelnemers destijds (ik, Twan, John en Martien) zo dood als een pier terug op de May kwamen van 120 kilometer wind tegen vanuit Renesse. Martien zat er toen nog het beste bij, want hij had vanaf Steenbergen onafgebroken op kop gereden. De andere konden alleen nog maar in zijn wiel hangen.
In het licht van die tocht, waren de verwachtingen voor de tweede editie van deze tocht gespannen.
Een voor een druppelde de deelnemers vanaf 07.00 uur binnen in de bakkerij van Curt, welke wederom zorgde voor goed gevulde magen in de vorm van krentenbollen, worstenbrood en koffie.
Hoewel gespannen, liep alles nog goed, totdat John de bakkerij betrad. Hij was zwaar geërgerd omdat zijn achterderailleur niet goed schakelde, dit ten gevolge van een naaktslak die tussen zijn derailleur was gekomen.
Het “micro adjusten” van de derailleur via de Shimano-app was wat lastig en uiteindelijk concludeerde John dat hij niet mee kon, want dan zou zijn cassette en ketting in Renesse al volledig versleten zijn.
Wat jammer John!

Iets later dan verwacht, moesten we dus noodgedwongen met 1 mannetje minder naar Renesse. Wie overbleven waren Martien, Gerben, Twan, Jan-Willem, Sander, Chris, Curt en gastrijder Kevin. Laatstgenoemde wilde graag een keer een +200km rit doen.
Direct na het wegrijden, hadden we al de eerste lekke band. Twan was de pechvogel.
We concludeerden dat het met een langzaam opdrogende weg, echt lekke-banden-weer was. Dit bleek ook zo, want nog voor Zevenbergen had Chris ook lek. Nu zakte de moed bij velen toch wel in de schoenen. Het was zwaar bewolkt en de weg bleek voorlopig niet op te drogen. Daarnaast was het koud en lagen nog zeker 215 harde kilometer op ons te wachten. Voor degene die dachten rond 14.30 uur thuis te zijn, kwam het besef dat we dit in ieder geval niet gingen redden. De rit inkorten was ook geen optie, Curt had immers allerlei lekkers klaar staan voor ons in Renesse. Dan toch maar doorfietsen.
Met twee lekke banden in 15 minuten tijd rijd je toch niet zo gerust meer rond. Tegen beter weten in probeerden we de grootste steentjes een beetje te ontwijken (terwijl de kleine steentje vaak de oorzaak zijn) en reden we op eieren richting het westen. Het leek goed te gaan en voorbij de Volkeraksluizen kwamen we als groep in een lekker tempo te zitten. Alles ging vlotjes en op de weg waren langzaamaan droge plekken zichtbaar. De weg lag nu open voor een fijne rit, totdat bij Oude-Tonge het noodlot weer toesloeg en Gerben zich meldde met een lekke voorband. De gloednieuwe strakke GP5000 werkte ook nog eens niet mee en na ruim 10 minuten klooien, konden we pas weer verder.
Via de zuidkust van Goeree-Overflakkee reden we vervolgens over een asfaltweg bezaaid met grind afkomstig van de naast gelegen zeedijk. Dit moest wel weer een lekke band opleveren. Het was inmiddels angstig stil geworden in de groep en iedereen dacht aan de altijd loerende lekke banden. Ikzelf besloot om hard op kop te gaan rijden om zodoende een beetje over de steentje heen te vliegen. Dit met het gevolg dat de steentjes extra hard tegen mijn fiets aankwamen en vrijwel zeker zorgde voor steenslag. Tja, wat moest ik nou doen; lek, steenslag, lek, steenslag. Het was kiezen uit twee kwaden, dus trapte ik maar stug door en aan het einde van de dijk, bleek niemand lek te hebben. Of ik ook daadwerkelijk steenslag heb geleden, weet ik niet, ik heb nog niet durven kijken.

De weg was inmiddels grotendeels droog geworden en we naderden Renesse nu met rasse schreden.
De angst voor lekke banden was inmiddels minder geworden en we reden op (naar mijn mening) het mooiste deel van de route; de Brouwersdam. Het vrije uitzicht op de volle zee was prachtig en het strand lag er strak bij. Ik heb helaas geen foto kunnen maken, want de snelheid was inmiddels flink omhoog gegaan. De roombolussen waren immers niet ver weg meer en iedereen lustte wel wat.
We namen een alternatieve route naar Curt’s huis en vanuit achter riep Curt met zijn, toch wel zachte zwoele en een tikkeltje hese stem, de weg. Dit werd niet door iedereen goed gehoord en daarom besloot Curt maar op kop te gaan rijden en ons naar zijn huisje te loodsen.
Bij Curt aangekomen, werden we door Heidi onthaald met koffie, roombolussen, krentenbollen en worstenbrood. Het was heerlijk en erg gezellig ook.
Het vakantiehuis van Curt lag er weer prachtig bij, maar de 2 hectare gras in de achtertuin was helemaal dood. Heidi vertelde dat het gazon voor Curt heilig was en dat hij uit pure wanhoop het ultimum remedium had aan moeten wenden in de strijd tegen de Engerlingen in zijn gras. Gewoon platspuiten met RoundUp. Volgend jaar komen we je gezonde diepgroene gazon weer bewonderen Curt!

Tijdens de koffie begon ik het toch weer behoorlijk koud te krijgen, want de zon was nog niet echt goed doorgebroken. Bij vertrek besloot ik dus maar om even flink hard op kop te gaan rijden zodat ik snel weer warm was. Dit lukte goed en op Neetlje Jans zat iedereen in het rood en had iedereen het bloedheet omdat daar nu plots de zon volle bak doorbrak.

Voor Chris hoefde het allemaal niet zo snel. Hij vond 32/33 km/h kruissnelheid voldoende. De rest niet, we hadden immers windje mee en dus was een kruissnelheid van 37/38 km/h wel te rechtvaardigen.
Na Neeltje Jans waren we Curt kwijt. Hij bleek eraf te liggen zonder dat we het wisten. Bij de oprit van de Zeelandbrug troffen we elkaar weer en werd afscheid genomen van Curt, welke niet mee terugreed naar de May.
Bij de Zeelandbrug was Chris blij dat hij even op adem kon komen. Hij was wel klaar met dat “lomp hardrijden” en broertje Sander moest het ontgelden als directe “aanstichter” van dit kwaad. Hoewel Sander inderdaad lomp hard kan rijden, was hij niet de enige. Ook Gerben (die weer superbenen had), JW en ikzelf stuwden het tempo regelmatig op als dit in dreigde te zakken.
Martien hield zich op de vlakte en spaarde zichzelf. Hij wist dat hij de laatste 60 kilometer weer alleen op kop zou moeten fietsen. Dit gebeurde echter niet en toen het besef hiervan indaalde pakte Martien zijn shine en reed hij lange beurten op kop. In zijn wiel zag ik dat hij ook lek had, gezien het latex dat tegen zijn frame aangespat was. Maar hij hoefde geen band te wisselen, dus hij scoort niet op het KOL-klassement.

Na zo’n 160km naderden we de Philipsdam. In een stug tempo reden we deze omhoog en daar werd met een zijwind doorgereden naar St Philipsland. Chris moest echter stoppen. Vanaf een afstand zagen we hem over zijn fiets hangen, alsof hij moest overgeven. Dit bleek gelukkig mee te vallen. Hij was zijn benen aan het rekken en strekken, want de kramp had toegeslagen. Gelukkig hoefden we nog maar 60km naar Made, dus dat was bemoedigend.
Gastrijder Kevin fietste nog lekker mee. Hij kon het tempo goed volgen en hij reed ook lekker in het peloton. Jammer dat hij geen WTC-shirtje droeg.
De zon was inmiddels volledig doorgebroken en we concludeerden meermaals dat het toch wel een heerlijk ritje was geworden. De vermoeidheid begon nu echter wel toe te slaan. Niet zozeer de benen, maar de houding op de fiets begon zijn tol te eisen. Kont, schouders, nek en rug waren steeds meer voelbaar, maar het einde naderde en dit gaf moed.
Met een mooi tempo werden de laatste kilometers afgelegd en zo eindigde we dus in majeur op het terras in Langeweg.

Het was een prachtige rit die hopelijk volgend jaar op de kalender terugkomt. Hopelijk is John er dan ook bij, want hij werd door ons allen erg gemist.
Bedankt allemaal en in het bijzonder Curt & Heidi voor de gastvrijheid en al het lekkers!

Thais