We zijn aanbeland bij de derde rit van het seizoen en dit betekent volgens onze (sport)kalender dat er hierna geen sprake meer is van opbouw voor wat betreft de afstand. De gemiddelde afstand van de sport is namelijk ongeveer 100km per rit en de rit naar de Boompjesdijk zou deze afstand ongeveer omvatten. De opbouw in conditie is echter een heel ander chapiter. Troost u echter met de gedachte dat de gemiddelde afstand in ieder geval dus niet langer zal worden.
Bij de start zag ik weer erg veel leden. Waarschijnlijk hopen ze allemaal nog kans te maken op de leiderstrui. Tja…. de leiderstrui…. eigenlijk weet niemand hoe deze eruit ziet. Uit navraag bleek dat deze zelfs nog helemaal niet bestaat en dus strijden we op dit ogenblik voor een klassement zonder trui… Laat u echter niet ontmoedigen door dit feit en blijf komen. Uit betrouwbare bron heb ik namelijk vernomen dat de trui er zeker gaat komen. Hoe het eruitziet weet nog geen mens, wellicht heeft u een leuk idee voor het design?
Onder de vele leden zag ik ook veel sporters staan. Dat is weer fijn, want ik had de overtuiging dat we een zware rit zouden krijgen met regen en wind. Dit bleek echter erg mee te vallen. Geen drupje regen en van de aangekondigde windkracht 3 was in mijn ogen geen sprake. Hooguit windkracht 2.
We vertrokken met 8 sporters te weten: Curt, John, Gerben, Jan-Willem, Frans, Twan, Chris. De negende renner Sander was naar huis gereden om zijn fiets te wisselen ivm een ondeugdelijke band. Bij de rotonde bij Wagenberg hebben we daarom best wel even moeten wachten op Sander. Hoewel dergelijke zaken altijd kunnen gebeuren, is het altijd handig om je fiets de avond van te voren te checken, maar wellicht heeft Sander dit ook wel gedaan.
Na de gebruikelijke waarschuwingen van een aantal sporters dat ik het niet te gek moet maken, werd de rit westwaarts ingezet. Via wat bekende en onbekende wegen reden we behoorlijk vlot naar Steenbergen toe. Door de voortdurende zijwind probeerde ik zoveel als ik kon een tweede waaier te maken. Dit is echter nog niet zo makkelijk als er vanuit de eerste waaier iemand naar achter komt. Dit vraagt om een training als je het mij vraagt. Wellicht is het een idee om eens een dinsdagavond rit op te offeren voor een gedegen training Waaieren & Draaien. Johan en Martien beheersen dit al goed en kunnen ons dat prima leren.
Onderweg naar Steenbergen werd goed samengewerkt, maar op de Afgeslechtedijk bij Steenbergen merkte ik dat ineens het tempo omhoog ging. Hoppakee, ik zat zo aan de 42km/h, alles op een lint en JW en Frans achterin stierven. Wat bleek, Sander was eens goed op zijn tijdritstuur gaan liggen. Hoewel het mij niet hard genoeg kan gaan (dan maar kapot), werd ik overvallen door een gevoel van medelijden met JW en besloot ik hem samen met Frans terug te halen. JW heeft dit jaar nog maar amper op de racefiets gezeten en werd nu hard met de werkelijkheid geconfronteerd. Aan het einde van de rit gaf hij zelfs aan het gevoel te hebben dat hij de Marmotte had gefietst. Nou, toch knap van je dat mee bent gegaan. Vanaf hier kan het alleen maar beter gaan JW!
Voorbij de Boompjesdijk liet ik mij, terwijl we het viaduct over A29 opreden, even naar achter zakken. Het buzzende geluid van de terugschakelende elektrische derailleurs klonk als wielermuziek in oren. Wat hebben we tegenwoordig toch weer een mooi fietspark bij de Sport. Het is nog even wachten op de nieuwe fietsen van Gerben en JW, en dan is het feest compleet!
Boven de 80km beginnen de kilometers pijn te doen en de variëteit aan renners vooraan begon uit te dunnen. Curt had ik al een tijdje niet meer gezien, maar na goed kijken bleek hij zo dicht in mijn wiel te zitten dat ik hem amper kon zien. Dit was niet alles dat achter mijn rug gebeurde, John en Twan hadden het zo naar hun zit dat ze samen een gelletje deelden. Dat is pas ware vriendschap!
Frans had het op zijn beurt bij vlagen zwaar, nadat ik aan hem vroeg of het nog ging zei hij dat “het niet veel harder moest gaan.”
Tja, “niet veel harder” geeft in mijn ogen nog ruimte voor een klein beetje extra snelheid, we besloten echter verstandig te zijn en er werd dan ook geen tandje meer bijgeschakeld.
Bij Zevenbergen probeerde ik de handen nog op elkaar te krijgen voor koffie bij d’n Elsakker, maar helaas er was te weinig animo. Twan ging hier niet mee akkoord en gooide al zijn social skills (en dat zijn er nogal wat) in de strijd om toch nog ergens koffie te kunnen drinken. Vijf minuten later kon Twan mij melden dat we koffie zouden gaan de drinken bij café De Droom te Langeweg (voorheen een truckerscafe toen de A16 nog niet bestond.)
Aldaar aangekomen bleek het hele zaakje gesloten en alweer moest Twan een beroep doen op zijn sociale vaardigheden. En… alweer succesvol. De op leeftijd zijnde eigenaresse werd volledig ingepakt door onze ras-ondernemer en we mochten koffie en gebak komen drinken.
Tijdens de koffie kwam de driedaagse nog uitgebreid ter sprake en we vroegen ons hardop af of dat de rit op zondag in september ook zou gelden voor het opkomstklassement. De meningen waren verdeeld, ondanks het feit dat de kalender als zodanig in de ledenvergadering is vastgesteld en dat ritten op deze kalender dus meetellen voor het opkomstklassement.
Enfin, u voelt een dilemma aankomen en daarom moeten we toch de hulp in gaan roepen van Anneke, het lopende WTC-wetboek. Anneke, help ons uit de brand! Telt die sportrit op zondag 8 september mee voor het opkomstklassement? Ik ben namelijk wel van plan om die trui (die niet bestaat) aan het einde van het jaar binnen te slepen!
Mannen bedankt weer voor de mooie rit en tot volgende week, dan staat de Molentocht olv Martien op het programma!
Thais.