De rit naar Kampina die al een tijdje op de kalender staat, had ik eigenlijk aan het begin van het seizoen al een beetje afgeschreven. Een groot deel van de Sporters zou dat weekend namelijk in de Vogezen vertoeven.
Mijn hoop op een rit naar Kampina werd alleen nog maar minder omdat JW op fietsvakantie was en John (zonder fiets) ook in het buitenland zat. Chris zit te klooien met z’n knie en Sander had al z’n energie al verschoten bij een triatlon. Wie blijft er dan nog over? Erik van der Hoeven natuurlijk!
Ik besloot dus toch maar om de Kampina-route te delen. Wellicht zou ik hem samen met Erik gaan rijden. Zo niet, dan zou ik aansluiten bij de trim of TT….
Omdat de WTC-rit toch niet zo zwaar zou gaan worden, besloot ik zaterdagavond nog even 100km te rijden. Dit was een zware rit met harde wind, maar ach.. zondag was het toch uitrusten, dus dat zaterdagritje kon wel dacht ik.
Maar… als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Gerben liet mij namelijk weten dat hij, samen met Martien en Twan op de terugweg was vanuit de Vogezen om toch mee te doen aan de Kampina-tocht. Het kon dus toch doorgaan. Natuurlijk was ik verheugd, maar direct schoot door mijn gedachte dat ik die 100km van zaterdag maar beter niet had kunnen rijden… nou ja we zien wel…
Op zondagochtend stond er een mooie groep bij het gemeentehuis. Vijf sporters meldde zich voor de rit naar Kampina. Voor degene die de geschiedenis van de tocht niet kennen. Een aantal jaar geleden hebben we voor het eerste een gravel-tocht gereden naar dit natuurgebied dat tussen Boxtel en Tilburg ligt. Dat was 1 van de mooiste gravel-ritten die heb ik gereden. Het idee om hier in de zomer met de WTC ook heen te gaan werd in 2022 bewaarheid. Overigens staat deze rit (of varianten hierop) al heel lang op de WTC kalender onder de naam Vennenrit. Het rondje Kampina reikt echter iets meer naar het oosten en schampt Boxtel.
Op het fluitje van Piet, strekt iedereen zijn rug en wordt er aangereden. De sport vertrekt als laatste en rijdt in de richting van Geertruidenberg. Twan, Martien, Gerben en Erik waren van de partij.
Made uit zie ik in de verte 2 pelotons rijden, het blijkt een groep van de Pedaalridders te zijn en onze eigen trimgroep die vlotjes worden bijgehaald. Bij de rotonde richting Drimmelen wordt de TT verzwolgen en Kanaalbrug op wordt de tour bijgehaald. Dit was allemaal prima voor mij, maar het moest natuurlijk niet te gek hard gaan, want de inspanning van gisteren zou wel eens de man met de hamer kunnen gaan worden.
Voor Erik was de man met hamer al gekomen. Hij had slechte benen en hij stond erop om met de tour mee te rijden. Na wat tegenstribbelen door mij, werd Erik bij de tour afgezet, waar hij nog veel kopwerk heeft kunnen verrichten. Volgende keer is Erik weer van de partij bij de sport.
Voorbij de Dongecentrale voegde ik me weer bij de 3 andere sporters en werd de gasthendel opengedraaid. Er werd niets gezegd, alleen maar gestoempt. Al snel merkte ik dat iedereen vrij gemakkelijk aan het trappen was, we hadden allemaal goede benen en ik begon langzaam de onzekerheid over de inspanning van de dag ervoor te vergeten.
We probeerden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is de fietspaden te volgen, sommige waren door wortelgroei erg slecht en vormden een aanslag op fiets en polsen. Gelukkig waren er ook veel wegen zonder fietspad waar hard doorgereden kon worden.
Bij Haaren en Boxtel viel het op dat er, naast veel wielrenners, ook al veel “normale” fietsers op de weg waren. Over het algemeen konden we deze goed ontwijken en konden we het tempo telkens hoog houden. Nog steeds werd er amper gepraat en iedereen zat in zijn eigen tunnel met 3 prioriteiten in het hoofd te weten: tempo behouden, in het wiel blijven en veilig rijden. Navigeren was gelukkig geen probleem, want iedereen had de route in de fietscomputer staan. Top was dat.
Wat ook geen prioriteit was, was de schitterende omgeving waar niemand van ons iets van gezien heeft. Al moet ik zeggen dat Twan nog wel de helderheid van geest had om terloops nog even een geel bordje met daarop “Kampina” aan te wijzen. Zo van: “Kijk! We zijn er! Mooi he hier!”
Toen we ten zuiden van Tilburg aankwamen, moesten we onvermijdelijk door Goirle heen (of 20km omrijden)
Daar begon de wind wat meer vat op ons te krijgen en moesten we wat meer gaan afzien. Na Gilze moesten we noordwaarts richting Made met de wind vol van voren. Ik probeerde te gaan draaien, maar Martien wilde hier niets van weten, hij ging all inn op kop met 37 km/h wind tegen. Op dat moment wist ik dat het leukste gedeelte van de rit eraan zat te komen. Iedereen op het tandvlees, samen beukend in de wind. Bij Molenschot nam Gerben met hetzelfde tempo over en ik hield het op kop vol tot Bos & Co.
Op de Hoevestraat ging het vol door en werd op de weg gereden. Het snelheidsverschil met auto’s (max snelheid 60km/h) en onszelf was daar minder dan met normale fietsers op het fietspad. Dus was de weg veiliger.
De vraag was nu wie van ons het eerste zou kraken. Bij het viaduct over de A58 werd deze vraag al snel beantwoord, nadat Gerben vol het viaduct op demarreerde. Twan trok het niet meer, maar zijn lijntje brak toch niet helemaal, want net na het viaduct kwam hij sterk terug. Martien legde nu al zijn kaarten op tafel. Hij schakelde naar het zwaarst mogelijke verzet en maalde de Burgemeester de Materlaan af met een snelheid van ver boven de 40km/h. Wat was Martien weer ouderwets sterk zeg, petje af hoor!
Inmiddels hadden we in de kortst mogelijke bewoording afgesproken om bij de Koeckers koffie te drinken, dus er was een kleine neiging om het wat rustiger aan te doen, toch wist iedereen dat de eindsprint er nog aan zat te komen. Zonder dat hier iets over gezegd werd, wist iedereen dat dit ging gebeuren op het viaduct bij De Koeckers. Degene die het Vrachelse Bos uit op kop zou rijden zou de slechtste kaarten hebben voor deze eindsprint. In dit geval Gerben, die er vrijwel direct af moest. Alweer demarreerde Martien in het zwaarst mogelijke verzet (en ook nog uit het zadel) het viaduct op. Ternauwernood kon ik in het wiel blijven en ik was dan ook blij toen ik boven was, want vanuit daar konden we letterlijk het terras zien liggen.
Buiten adem aangekomen hadden we allemaal een big smile op ons gezicht en werden onderling vele high fives van tevredenheid gegeven. We hadden het weer overleefd…
Bedankt weer voor de prachtige rit mannen en tot de volgende.
Thais